Uitspraak
[appellant],
de Ontvanger,
1.Het geding in eerste aanleg
mr. M.J. Guit, advocaat te Amsterdam, als curator.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vernietiging van een faillissement. De appellant, die in eerste aanleg door de rechtbank Midden-Nederland op 19 december 2019 in staat van faillissement was verklaard, heeft verzocht dit vonnis te vernietigen. De rechtbank had mr. C.J. Hofman benoemd tot rechter-commissaris en mr. M.J. Guit als curator aangesteld. Voorafgaand aan de mondelinge behandeling op 8 januari 2020 heeft de advocaat van de Ontvanger van de Belastingdienst, mr. E.E. Schipper, een fax gestuurd waarin werd aangegeven dat de schuld aan de Ontvanger was voldaan en dat er geen andere geformaliseerde belastingschulden meer waren. De Ontvanger verzet zich niet tegen de vernietiging van het faillissement.
Het hof heeft de curator gevraagd naar de status van de vorderingen en de faillissementskosten. De curator bevestigde dat alle vorderingen, behalve één betwiste vordering van een derde, waren voldaan. De mondelinge behandeling vond geen doorgang, omdat het hof voldoende informatie had om te oordelen. Het hof concludeerde dat de appellant niet langer in de toestand verkeerde dat hij had opgehouden te betalen, aangezien de vordering aan de Ontvanger was voldaan en er slechts één betwiste concurrente vordering resteerde. Hierdoor was er geen sprake meer van pluraliteit van schuldeisers en voldeed de appellant niet meer aan de voorwaarden voor faillietverklaring.
Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en wees het verzoek van de Ontvanger om de appellant in staat van faillissement te verklaren af. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten droeg. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak om de toestand van de schuldenaar zorgvuldig te beoordelen en de voorwaarden voor faillietverklaring in acht te nemen.