In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot wijziging van kinderalimentatie en een verzoek tot terugbetaling van teveel betaalde alimentatie. De man, verzoeker in hoger beroep, had in eerste aanleg een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland aangevochten. De rechtbank had bepaald dat de man maandelijks € 787,34 aan de vrouw, verweerster in hoger beroep, moest betalen voor de verzorging en opvoeding van hun kinderen, met een achterstallige betaling van € 612,10 voor de periode van 1 januari 2016 tot 1 juni 2018. De man verzocht het hof om de alimentatie te verlagen naar € 27,- per kind per maand en om de vrouw te veroordelen tot terugbetaling van teveel ontvangen kinderalimentatie.
Tijdens de mondelinge behandeling op 21 januari 2020 hebben partijen overeenstemming bereikt over de wijziging van het ouderschapsplan, waarbij de man vanaf 9 januari 2019 € 150,- per kind per maand zal betalen, en de kosten van de sporten van de kinderen voor zijn rekening zal nemen. Het hof heeft echter geoordeeld dat de vrouw niet in staat is om de teveel ontvangen kinderalimentatie terug te betalen, omdat zij deze bedragen heeft besteed aan de kosten van de kinderen. Het hof heeft de bestreden beschikking deels bekrachtigd en deels vernietigd, en de verzoeken van de man tot wijziging van de alimentatie en terugbetaling afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.