Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
€ 7.367
Betreft: dhr. [X] (...)/ [D] BV (...)
In uw brief van 15 juni 2016 verzoekt u om goedkeuring voor het tijdelijk stoppen van de uitkeringen door de heer [X] bij de door hem beheerste vennootschap [D] B. V. bedongen loonbelastingstamrecht. Blijkens de ingediende aangiften vennootschapsbelasting is het eigen vermogen van de vennootschap, en daarmee de dekking van de stamrechtverplichting, aanzienlijk negatief waardoor het stamrecht mogelijk niet volledig tot uitkering zal kunnen komen. Dit is aanleiding geweest de oorzaak van dit negatieve vermogen te onderzoeken.
Met uw collegae is gesproken over en besproken dat de - reeds door de belastingdienst gecorrigeerde - onttrekking ter zake van de afgeboekte vordering ook in de jaarrekening gecorrigeerd moet worden. Immers de bijzondere waardevermindering is - ondanks vooroverleg - niet geaccepteerd en zowel in de aangiften als de aanslagregeling Inkomstenbelasting als in de Vennootschapsbelasting niet geaccepteerd. De correctie mocht - om praktische redenen - in het jaarwerk 2016 worden gecorrigeerd.“.
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
De rechtbank laat (…) in het midden of de bewijslast moet worden omgekeerd, omdat zij van oordeel is dat verweerder reeds aan de hand van de door hem gestelde feiten en omstandigheden aannemelijk heeft gemaakt dat in dit geval sprake is van een materiële afkoop van de stamrechtverplichting. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt. (…) Uit de aangiften IB/PVV en VPB over de jaren 2007 tot en met 2010 (…) alsmede uit de tot de gedingstukken behorende jaarverslagen van 2009 tot en met 2011 (…) volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de BV na haar oprichting geldleningen heeft verstrekt aan (de eenmanszaak van) eiser. Uit de (…) vermelde brief, bezien in samenhang met de afwezigheid van de geldlening op de balansen van de BV en de eenmanszaak ultimo 2010 (…), leidt de rechtbank vervolgens af dat deze geldleningen aan de (eenmanszaak van) eiser, wellicht in verband met de staking van de eenmanszaak, in 2010 door de BV zijn kwijtgescholden.