ECLI:NL:GHARL:2020:132
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Huur woonruimte. Ontbinding op grond van artikel 7:231 lid 2 BW na sluiting van de woning door de burgemeester wegens overtreding van de Opiumwet.
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de ontbinding van een huurovereenkomst door de stichting Mitros, na sluiting van de woning door de burgemeester wegens overtreding van de Opiumwet. Het echtpaar, appellanten, huurt sinds 1988 een woning in Utrecht en is in 2018 geconfronteerd met een politieactie waarbij drugs zijn aangetroffen. De burgemeester heeft de woning gesloten voor 12 maanden, wat het echtpaar heeft aangevochten. Mitros heeft de huurovereenkomst ontbonden op basis van artikel 7:231 lid 2 BW, maar het echtpaar verzet zich hiertegen en vordert toegang tot de woning.
Het hof oordeelt dat er onvoldoende grond is om de ontruimingsvordering van Mitros toe te wijzen. Het hof wijst op de belangen van de huurders, die op leeftijd zijn en al meer dan 30 jaar in de woning wonen. De advocaat van het echtpaar heeft pas recent toegang gekregen tot het dossier, wat de rechtspositie van het echtpaar beïnvloedt. Het hof twijfelt aan de proportionaliteit van de ontbinding, gezien de geringe hoeveelheid drugs en de omstandigheden van het echtpaar.
Uiteindelijk vernietigt het hof het vonnis van de voorzieningenrechter en wijst de vordering van Mitros af, terwijl het echtpaar recht krijgt op toegang tot de woning, onder voorwaarden van een dwangsom. Het hof veroordeelt Mitros in de proceskosten van beide instanties.