Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze tussenuitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gedateerd 11 februari 2020, wordt de benoeming van een bijzondere curator besproken die de belangen van de minderjarige kinderen [de minderjarige1] en [de minderjarige2] zal behartigen. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft verzocht om alleen het ouderlijk gezag over de kinderen te verkrijgen, terwijl de vader, verweerder, niet is verschenen in de procedure. Het hof verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Noord-Nederland en constateert dat er een verstoorde communicatie tussen de ouders is, wat de zorgregeling bemoeilijkt. De raad voor de kinderbescherming heeft geadviseerd om het gezamenlijk gezag in stand te houden, maar het hof oordeelt dat de benoeming van een bijzondere curator noodzakelijk is om de belangen van de kinderen te waarborgen. De bijzondere curator zal de wensen van de kinderen in kaart brengen en rapporteren aan het hof. De kosten van de bijzondere curator worden vastgesteld op maximaal € 2.000,-, waarbij het rijk het meerdere zal vergoeden. De bijzondere curator moet voor 1 juni 2020 rapporteren over haar bevindingen en de partijen hebben de mogelijkheid om op het rapport te reageren. Het hof houdt verdere beslissingen aan.