Uitspraak
1.v.o.f. Brocante Almere h.o.d.n. Brocante Almere,
Brocante,
2. [appellant2] ,
[appellant2],
3. [appellant3] ,
[appellant3],
Brocante c.s.,
[geïntimeerde],
1.Het verloop van deze procedure
'hoofdelijk' veroordeeld aan [geïntimeerde] € 16.801,06 aan servicekosten te betalen, te vermeerderen met een contractuele boeterente vanaf 23 februari 2011 tot 1 juni 2015 over € 23.801,06 en de wettelijke handelsrente over dit bedrag (vanaf 18 september 2015: over € 16.801,06), alsmede incasso- en proceskosten. De hoofdelijke veroordeling betekent dat [geïntimeerde] het hele bedrag, en niet maar een derde deel daarvan, mag opeisen van ieder van de drie van Brocante c.s., maar ook dat wat de ene partij heeft betaald niet nog eens door de andere partij hoeft te worden betaald.
2.Waar gaat deze zaak over?
3.Wat is het oordeel van het hof?
tot2009 ten onrechte zouden zijn betaald. Een beroep op opschorting en verrekening is echter in artikel 14.1 van de algemene voorwaarden uitgesloten. Brocante c.s. menen dat die regel geen deel uitmaakt van de huurovereenkomst als sprake is van de afspraak dat zou worden afgerekend op basis van 1/3e - 2/3e. Het hof zal hierna onderbouwen dat van die afspraak inderdaad moet worden uitgegaan. Waarom het verbod op opschorten en verrekenen in die situatie niet meer tussen partijen zou gelden, is niet duidelijk gemaakt. Dit verbod geldt dus ook in dat geval.
gasverbruiken
verbruik van elektriciteittoelichten. Uitgangspunt is daarbij dat het op de weg van Brocante c.s. ligt de vorderingen uit onverschuldigde betaling te onderbouwen en zo nodig te bewijzen als zij die wenst te verrekenen, of als zij betaling aan [geïntimeerde] wil uitstellen (opschorten) totdat haar eigen vordering is betaald.
voor2008 in rekening gebrachte bedragen te onderbouwen. Over dat jaar heeft [geïntimeerde] nog wel kunnen berekenen dat € 1.754,64 exclusief btw in rekening is gebracht. Brocante c.s. hebben daar in wezen niets tegenover gesteld. Dat betekent dat hun vordering onvoldoende is onderbouwd. Voor nadere bewijslevering is dus ook hier geen plaats, en ook in zoverre faalt hun hoger beroep.
De beslissing in het principaal en incidenteel hoger beroep