ECLI:NL:GHARL:2020:1084

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
5 februari 2020
Publicatiedatum
11 februari 2020
Zaaknummer
21-003329-18
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensensmokkel met gevangenisstraf en verbeurdverklaring van in beslag genomen goederen

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De verdachte, geboren in Syrië, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 7 maanden en 13 dagen voorwaardelijk, voor mensensmokkel. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden, met aftrek van voorarrest. De zaak betreft de mensensmokkel van zeven personen, die deel uitmaakten van één gezin. De verdachte had hen van Denemarken naar Nederland vervoerd, terwijl hij ernstige redenen had te vermoeden dat zij niet beschikten over geldige reisdocumenten. Het hof overwoog dat de verdachte door zijn handelen het overheidsbeleid inzake illegale migratie heeft ondermijnd en dat hij profijt heeft getrokken uit de illegale migratie. De verdachte had zijn diensten als taxichauffeur aangeboden via Facebook en was benaderd door het gezin. Het hof heeft ook de in beslag genomen Volkswagen Touran en een geldbedrag van € 500,- verbeurd verklaard, aangezien deze zijn verkregen door middel van het bewezen verklaarde feit. De beslissing van het hof is in overeenstemming met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003329-18
Uitspraak d.d.: 5 februari 2020
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel van 29 mei 2018 met parketnummer 08-910002-18 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] (Syrië) op [geboortedag] 1990,
wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 23 januari 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. De advocaat-generaal heeft gevorderd het vonnis van de eerste rechter te vernietigen en de verdachte ter zake het ten laste gelegde te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van
18 maanden, met aftrek van voorarrest. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens de verdachte door zijn raadsman,
mr. A.P.E.M. Pover, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De verdachte is in eerste aanleg ter zake het ten laste gelegd veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden waarvan 7 maanden en 13 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met aftrek van voorarrest. Voorts is een beslissing genomen omtrent in beslag genomen voorwerpen.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een iets andere bewezenverklaring en een andere strafoplegging komt. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2018 tot en met 6 februari 2018 te Deurningen (gemeente Dinkelland) en/of elders in Nederland en/of in Denemarken en/of in Duitsland en/of in België
tezamen en in vereniging met een of meer andere perso(o)n(en), en/of alleen,
een of meer ander(en), te weten:
  • [betrokkene 1] of [alias] (geboren [geboortedag] -1976 te [geboorteplaats] , Koeweit )
  • [betrokkene 2] (geboren [geboortedag] -1986 te [geboorteplaats] /Koeweit) en/of
  • [betrokkene 3] en/of
  • [betrokkene 4] en/of
  • [betrokkene 5] en/of
  • [betrokkene 6] en/of
  • [betrokkene 7] ,
behulpzaam is/zijn geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of Denemarken en/of Duitsland en/of België en/of Frankrijk en/of Groot-Brittannië (zijnde andere lidstaten van de Europese Unie),
of voornoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft,
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was,
hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
  • contacten onderhouden en/of afspraken gemaakt over de wijze van (smokkel)transport van bovengenoemde perso(o)n(en), en/of
  • (vervolgens) met een voertuig naar de (verblijf)plaats (van bovengenoemde perso(o)n(en)) (in Denemarken en/of Duitsland) gereden om hen in dit voertuig te laten plaatsnemen en/of
  • voornoemde perso(o)n(en) (tegen betaling) in dit voortuig vervoerd/gereden door Denemarken en/of Duitsland en/of Nederland met als bestemming België en/of Frankrijk en/of Groot-Brittannië,
terwijl verdachte daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

De gemachtigd raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg en ter terechtzitting gezegd dat de verdachte tegenover hem heeft verklaard dat hij wist, of in elk geval ernstige redenen had te vermoeden, dat het gezin dat hij vervoerde niet in het bezit was van geldige reisdocumenten. Verklaringen en mededelingen van een al dan niet gemachtigd raadsman kunnen echter naar vaste rechtspraak niet als wettige bewijsmiddelen gelden.
Desondanks acht het hof op grond van de in de bewijsmiddelen vervatte feiten en omstandigheden bewezen dat de verdachte ernstige redenen had te vermoeden dat de toegang of de doorreis van de leden van het door hem vervoerde gezin wederrechtelijk was/waren.
De verklaring van de verdachte bij de marechaussee dat hij ervan uitging dat het goed zat, omdat de betrokkenen pasjes toonden met daarop een foto en persoonsgegevens en hij de vader van het gezin vertrouwde, is naar het oordeel van het hof onaannemelijk. Daarbij neemt het hof in het bijzonder in aanmerking dat op de achterzijde van de bedoelde pasjes, zoals afgebeeld op p. 56 van het doorgenummerde dossier, staat vermeld: “CARD FOR ASYLUM SEEKER. ONLY VALID IN DENMARK” alsmede “LA CARTE DU DEMANDEUR D’ASILE. VALABLE SEULEMENT AU DANEMARK” en voorts dat het een feit van algemene bekendheid is dat niet elk pasje waarop een foto staat en waarop gegevens staan vermeld, een geldig reisdocument is.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, zoals deze in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in
of omstreeksde periode van 1 februari 2018 tot en met 6 februari 2018 te Deurningen (gemeente Dinkelland) en
/ofelders in Nederland en
/ofin Denemarken en
/ofin Duitsland en
/ofin België
tezamen en in vereniging met een of meer andere perso(o)n(en), en/of alleen,
een of meer ander(en), te weten:
  • [betrokkene 1] of [alias] (geboren [geboortedag] -1976 te [geboorteplaats] , Koeweit )
  • [betrokkene 2] (geboren [geboortedag] -1986 te [geboorteplaats] /Koeweit) en/of
  • [betrokkene 3] en/of
  • [betrokkene 4] en/of
  • [betrokkene 5] en/of
  • [betrokkene 6] en/of
  • [betrokkene 7] ,
behulpzaam is
/zijngeweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en
/ofDenemarken en
/ofDuitsland en
/ofBelgië en
/ofFrankrijk
en/of Groot-Brittannië(zijnde
anderelidstaten van de Europese Unie),
of voornoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft,
terwijl hij, verdachte
en/of zijn mededader(s),
wist(en) ofernstige redenen had
(den)te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was,
hebbende hij, verdachte,
en/of zijn mededader(s):
  • contacten onderhouden en/ofafspraken gemaakt over de wijze van (smokkel)transport van bovengenoemde perso
    (o)n
    (en
    ), en
    /of
  • (vervolgens) met een voertuig naar de (verblijf)plaats (van bovengenoemde perso
  • voornoemde perso
terwijl verdachte daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
mensensmokkel, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensensmokkel van een echtpaar en hun vijf kinderen. De verdachte bood in een advertentie op Facebook zijn diensten aan als taxichauffeur en is via een vriend van hem door het in Denemarken woonachtige gezin benaderd. De verdachte is vervolgens met zijn personenauto vanuit zijn woonplaats in België vertrokken en heeft het gezin opgehaald in een asielzoekerscentrum in Denemarken, waarna hij vlak na de Duits grens in Nederland is aangehouden. De verdachte had in de omstandigheden van het geval minst genomen ernstige redenen te vermoeden dat de gezinsleden niet beschikten over (buiten Denemarken) geldige reisdocumenten.
De verdachte heeft door zijn handelen het overheidsbeleid inzake de bestrijding van illegaal verblijf en illegale toegang tot Nederland en andere landen van Europese Unie doorkruist. De overheid moet er – ter bescherming van economische en andere belangen van haar burgers – vanuit kunnen gaan dat zich op Nederlands grondgebied enkel personen bevinden die daartoe gerechtigd zijn. De verdachte heeft door zijn handelen niet alleen profijt getrokken uit illegale migratie, maar heeft hiermee ook bijgedragen aan het in stand houden van een illegaal circuit. Dit rekent het hof de verdachte aan.
Het hof acht, gezien de aard en de ernst van het feit een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden per gesmokkelde passend en geboden.
Anders dan de rechtbank ziet het hof in de omstandigheid dat de verdachte geen gebruik heeft gemaakt van een crimineel mensensmokkelnetwerk, de verdachte geen buitenproportioneel bedrag heeft ontvangen voor het vervoer en dat het vervoer plaatsvond in gewone omstandigheden, namelijk in een personenauto, geen aanleiding om daar in strafmatigende zin rekening mee te houden. Wel zal het hof bij de straftoemeting in enige mate in het voordeel van de verdachte in aanmerking nemen dat de zeven door de verdachte vervoerde personen één gezin vormden.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële documentatie d.d. 23 december 2019, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten.
Alles afwegend acht het hof een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van de hierna te noemen duur passend en geboden.

Beslag

De advocaat-generaal heeft gevorderd de Volkswagen Touran met kenteken [kenteken] en een geldbedrag van € 500,-, die onder de verdachte in beslag zijn genomen, verbeurd te verklaren.
Door de raadsman is namens de verdachte op dit punt geen verweer gevoerd.
Het hof zal de personenauto verbeurd verklaren, nu het ten laste gelegde en bewezen verklaarde met behulp van deze personenauto is begaan. Voorts zal het hof het in beslag genomen geldbedrag van € 500,- verbeurd verklaren, nu de verdachte dit gebeld bedrag geheel door middel van het ten laste gelegde en bewezen verklaarde heeft verkregen. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 24, 33, 33a, 57 en 197a van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Geld Nederlands 500 euro.
1.00 STK Personenauto, kenteken [kenteken]
Volkswagen Touran, kleur: grijs
Belgisch kenteken, inclusief dakkoffer.
Aldus gewezen door
mr. W.M. Limborgh, voorzitter,
mr. G. Knobbout en mr. M.I. Veldt-Foglia, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. K. Elema, griffier,
en op 5 februari 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 5 februari 2020.
Tegenwoordig:
mr. K.J.C. Geeve, voorzitter,
mr. J.W.M. Grimbergen, advocaat-generaal,
mr. Y.A. Hoekstra, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.