ECLI:NL:GHARL:2020:10782
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van mishandeling na woordenwisseling in toilet
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 1987, was eerder veroordeeld voor mishandeling en had hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 26 april 2016 in een [bedrijfsnaam] in [plaats], waar een woordenwisseling ontstond tussen de verdachte en een werkneemster van het bedrijf. De verdachte wilde gebruikmaken van een toilet, maar de werkneemster weigerde toegang omdat de verdachte geen aankoopbon kon tonen. De woordenwisseling leidde tot geduw en getrek, waarbij beide partijen op de grond vielen. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een geldboete, maar het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastegelegde mishandeling. Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en sprak de verdachte vrij, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte de handelingen had verricht die haar ten laste waren gelegd. Daarnaast verklaarde het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken van de handelingen die de schade zouden hebben veroorzaakt.