Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
- aan welke ouder dienen [de minderjarige1] en [de minderjarige2] te worden toevertrouwd, en
- welke voorlopige zorgregeling is het meest in het belang van [de minderjarige1] en [de minderjarige2] ?
- bij welke ouder is de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige1] en [de minderjarige2] het meest in hun belang?
- welke zorgverdelingsregeling is het meest in het belang van [de minderjarige1] en [de minderjarige2] ?
- in hoeverre komen uit het onderzoek bevindingen naar voren die niet aan de orde zijn gekomen in voornoemde vragen, maar die wel van belang zijn met betrekking tot de te nemen beslissingen, zoals de vraag of een beschermingsonderzoek moet worden uitgevoerd?
2.De motivering van de beslissing
a. een toedeling aan ieder der ouders van de zorg- en opvoedingstaken, alsmede met overeenkomstige toepassing van artikel 377a, derde lid, een tijdelijk verbod aan een ouder om met het kind contact te hebben;