ECLI:NL:GHARL:2020:1066
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep voor medeplegen van diefstal van een fiets door gebrek aan nauwe en bewuste samenwerking
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken wegens het medeplegen van de diefstal van een fiets. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting op 28 januari 2020 heeft het hof het dossier en de verklaringen van de betrokkenen bestudeerd. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte veroordeeld zou worden voor het medeplegen van de diefstal, terwijl de verdediging heeft gepleit voor vrijspraak. Het hof heeft vastgesteld dat er geen sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte. De betrokkenheid van de verdachte bij de diefstal was van onvoldoende gewicht, vooral omdat hij pas op een later moment heeft geholpen met het tillen van de fiets. Het hof heeft geconcludeerd dat de medeverdachte de diefstal heeft gepleegd en dat de verdachte niet kan worden aangemerkt als medepleger. Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.