In deze zaak heeft de militaire kamer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de militaire kantonrechter Gelderland. De verdachte, een majoor bij de Staf CLAS, was eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van € 140,00 voor wildplassen op 3 maart 2019 in 's-Hertogenbosch. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld, waarbij hij zich beriep op de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en afwezigheid van alle schuld (AVAS).
Tijdens de zitting op 3 december 2020 heeft de militaire kamer kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadslieden. De militaire kamer heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan wildplassen, maar verwierp het verweer dat de APV buiten werking moest worden gelaten vanwege urologische problemen van de verdachte en een vermeend tekort aan sanitaire voorzieningen. De militaire kamer oordeelde dat de gemeente niet in redelijkheid kon worden verplicht om voldoende toiletten te bieden tijdens de drukke carnavalsperiode.
De militaire kamer heeft het vonnis van de militaire kantonrechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 120,00, subsidiair 2 dagen hechtenis. De militaire kamer overwoog dat de omstandigheden van de verdachte, waaronder PTSS, in aanmerking zijn genomen, maar dat dit niet leidde tot een vrijspraak of een lagere straf. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 23, 24, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de relevante bepalingen van de APV van 's-Hertogenbosch.