Uitspraak
in eerste aanleg: eiseres,
BVM,
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
1.5 BVM heeft bij haar memorie enkele foto's overgelegd. Het hof stelt vast dat zij deze foto’s ook als productie 1 bij de inleidende dagvaarding heeft overgelegd.
De verdere beoordeling van de grieven en de vordering
verklaart ook te hebben gezien dat het zeil van de laadbak van de vrachtauto nat was. Het water kwam naar beneden en viel naast de vrachtauto op de grond toen het zeil werd opengeslagen. Volgens [B] was het laadvlak van de vrachtauto wel droog.
Terugkomen op eerdere beslissing?2.10 [geïntimeerde] stelt opnieuw ter discussie dat de gehele vracht nat was. Het hof ziet geen reden op dit punt terug te komen op wat het in het tussenarrest heeft overwogen. Het merkt in dit verband nog op dat de lading ook volgens de door [geïntimeerde] ingeschakelde chauffeur nat was. De chauffeur maakt daarbij geen onderscheid tussen een deel dat niet en een deel dat wel nat was.
3.3 De beslissing
en doet als volgt opnieuw recht:
veroordeelt [geïntimeerde] in de proceskosten en bepaalt deze kosten, voor zover die kosten tot nu toe aan de zijde van BVM zijn gemaakt:
- voor de procedure bij de kantonrechter op €
(80,42 + 939,- + griffierecht = € 1.019,42)aan verschotten en op € 900,- voor salaris van de gemachtigde;
- voor de procedure bij het hof op € 822,83 aan verschotten en op € 2.277,- voor geliquideerd salaris van de advocaat;