Uitspraak
Havos,
[geïntimeerde],
1.1. Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.Waar gaat deze zaak over?
4.Het oordeel van het hof
Grief Igaat niet op, en in het kielzog daarvan faalt ook
grief IIItegen de proceskostenveroordeling.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een geschil tussen Havos Vastgoedbelegging B.V. en een huurder over de huurprijs van een bedrijfsruimte. De huurovereenkomst is in 2000 aangegaan en de huurprijs is in de loop der jaren aangepast. Havos, de huidige verhuurder, stelt dat de laatste schriftelijke afspraak over de huurprijs, gemaakt op 31 december 2015, niet voor onbepaalde tijd geldt en dat zij recht heeft op een hogere huurprijs. De huurder betwist dit en stelt dat de laatste afspraak wel degelijk voor onbepaalde tijd geldt. De kantonrechter heeft in eerdere vonnissen geoordeeld dat de schriftelijke overeenkomst dwingend bewijs oplevert, maar dat de inhoud tegenstrijdig is en uitleg behoeft. Na getuigenverhoren heeft de kantonrechter geoordeeld dat de huurder in zijn bewijsopdracht is geslaagd en dat er geen huurachterstand is. Havos heeft in hoger beroep de vernietiging van de eerdere vonnissen gevorderd, maar het hof oordeelt dat de kantonrechter terecht de vorderingen van Havos heeft afgewezen. Het hof bekrachtigt het eindvonnis van de kantonrechter en veroordeelt Havos in de kosten van het hoger beroep.