ECLI:NL:GHARL:2020:10464

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
15 december 2020
Publicatiedatum
15 december 2020
Zaaknummer
200.271.833
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit van tweedehands auto en de verwachtingen van de koper

In deze zaak heeft [appellant] een Citroen C4 Grand Picasso gekocht van Autohuis Amersfoort voor € 7.900. Na de aankoop heeft hij verschillende gebreken aan de auto geconstateerd, waaronder emissieproblemen en een defecte temperatuursensor. [appellant] heeft de auto laten onderzoeken door DEKRA Automotive, die diverse storingen in de elektronica heeft gerapporteerd en heeft geconcludeerd dat er sprake was van non-conformiteit. Autohuis Amersfoort heeft de klachten van [appellant] betwist en aangevoerd dat de gebreken licht van aard zijn en geen ontbinding van de koopovereenkomst rechtvaardigen. De rechtbank heeft de vorderingen van [appellant] afgewezen, waarna hij in hoger beroep is gegaan.

Het hof heeft in zijn uitspraak op 15 december 2020 geoordeeld dat [appellant] onvoldoende concrete feiten en omstandigheden heeft aangevoerd om te onderbouwen dat de auto niet voldeed aan de verwachtingen die hij op basis van de koopovereenkomst mocht hebben. Het hof heeft vastgesteld dat de auto, gezien de leeftijd en kilometerstand, normaal gebruik mogelijk maakte en dat de gebreken niet zodanig ernstig waren dat ontbinding van de koopovereenkomst gerechtvaardigd was. Het hof heeft de bezwaren van [appellant] verworpen en het eindvonnis van de rechtbank bekrachtigd. Tevens is [appellant] in de kosten van het hoger beroep veroordeeld.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.271.833
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, 7259828)
arrest van 15 december 2020
in de zaak van
[appellant] ,
wonende te [A] ,
appellant,
in eerste aanleg: eiser,
hierna: [appellant] ,
advocaat: mr. D.W. Peters,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Autohuis Amersfoort B.V.,
gevestigd te Amersfoort,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna: Autohuis Amersfoort,
advocaat: mr. J.A. Spigt.

1.Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van 19 juni 2019 en 2 oktober 2019, die de rechtbank Midden-Nederland, sector kanton, heeft gewezen.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep van 20 december 2019,
- de memorie van grieven, met producties 19-21,
- de memorie van antwoord.
2.2
Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

3.De vaststaande feiten

3.1
[appellant] heeft op 1 december 2017 bij Autohuis Amersfoort voor € 7.900 een Citroen C4 Grand Picasso gekocht van ruim 8,5 jaar oud, met een kilometerstand van 129.248.
3.2
[appellant] heeft de auto op 4 december 2017 opgehaald en Autohuis Amersfoort op 5 december 2017 per mail laten weten dat op het dashboard een aantal foutmeldingen werd gegeven, die wezen op (i) emissieproblemen van de motor, (ii) een storing in de vering en (iii) een onmogelijkheid om de bandenspanning uit te lezen. In zijn mail van 9 februari 2018 heeft [appellant] er vervolgens over geklaagd dat de temperatuursensor defect was en de auto te veel olie verbruikte. [appellant] heeft de auto in maart 2018 laten onderzoeken door Auto Geebelen N.V. in België, die constateerde dat het olieverbruik nog binnen de marge van Citroen viel. In een mail van 6 maart 2018 heeft [appellant] dat aan Autohuis Amersfoort geschreven, maar [appellant] heeft in diezelfde mail weer andere problemen vermeld die volgens [appellant] optraden bij het optrekken en/of accelereren. Ook heeft [appellant] in deze mail gevraagd naar de stand van zaken rond het terugvragen van de BPM.
3.3
[appellant] heeft vervolgens DEKRA Automotive opgedragen de auto te onderzoeken. In het rapport van 4 mei 2018 heeft DEKRA verschillende storingen in de elektronica gerapporteerd en geconstateerd dat de lambdasonde defect is, dat de startaccu te klein is voor de accubak, dat een afdekkap van de relaiskast naast de accu ontbreekt en dat de boordcomputer (het navigatiedeel) steeds uitvalt en dan opnieuw opstart. Er is sprake van diverse storingen in de elektronica van de auto; omdat meerdere storingen met elkaar verband houden is het noodzakelijk om de storingen stapsgewijs te repareren. DEKRA heeft in het rapport geconcludeerd dat zij het gezien de leeftijd en het aankoopbedrag van de auto redelijk acht dat het voertuig storingsvrij moet kunnen functioneren. Vanwege de gesignaleerde storingen is volgens DEKRA sprake van non-conformiteit. DEKRA heeft de omvang van de schade op voorhand niet kunnen vaststellen, volgens DEKRA omdat de storingen in de elektronica met elkaar verband kunnen houden. De kilometerstand bedroeg op het moment van onderzoek 136.679.
3.4
ASA Legal Assist (ASA) heeft Autohuis Amersfoort per brief van 29 mei 2018 aansprakelijk gesteld en heeft, naast vergoeding van diverse kosten, kosteloos herstel binnen twee weken gevorderd. Autohuis Amersfoort heeft daarop niet gereageerd, waarna de gemachtigde van [appellant] in zijn brief van 23 juli 2018 de koopovereenkomst heeft ontbonden.

4.De motivering van de beslissing in hoger beroep

4.1
Het gaat in deze zaak in de eerste plaats om de vraag of de tweedehands auto voldoet aan wat [appellant] daarvan mocht verwachten toen hij de auto kocht. [appellant] heeft zich op het standpunt gesteld dat de auto daaraan niet voldoet en dat deze auto niet veilig aan het verkeer kan deelnemen. [appellant] heeft daarom een verklaring voor recht gevorderd dat hij de koopovereenkomst heeft ontbonden, met veroordeling van Autohuis Amersfoort tot terugbetaling van de koopprijs en - kort gezegd - vergoeding van de geleden schade. Autohuis Amersfoort heeft onder andere als verweer aangevoerd dat de storingen die in het rapport van DEKRA zijn vermeld licht van aard zijn en eenvoudig zijn te herstellen, aan een normaal gebruik van de auto niet in de weg staan en geen ontbinding van de koopovereenkomst rechtvaardigen.
4.2
De rechtbank heeft in het vonnis van 2 oktober 2019 de vorderingen van [appellant] afgewezen. [appellant] heeft daartegen in hoger beroep een aantal bezwaren gericht (grief 1 t/m 6). Het hof komt in deze uitspraak tot de conclusie dat die bezwaren niet tot vernietiging van het bestreden vonnis leiden. Hierna wordt uitgelegd hoe het hof tot dit oordeel komt.
4.3
Het hof stelt voorop dat een zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt als die niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Dat oordeel is niet gerechtvaardigd als sprake is van gebruikelijke slijtage die verwacht mag worden van een 8,5 jaar oude Citroen C4 van dit type, met 129.284 kilometer op de teller en voor een (kennelijk) marktconforme prijs, mits de auto geschikt is voor gebruik om normaal mee te rijden op de openbare weg, zonder gevaar voor de verkeersveiligheid.
4.4
Nu Autohuis Amersfoort de door [appellant] gestelde tekortkoming gemotiveerd heeft betwist is het aan [appellant] om voldoende concrete feiten en omstandigheden aan te voeren die de conclusie rechtvaardigen dat de auto niet heeft voldaan aan wat [appellant] daarvan redelijkerwijs mocht verwachten toen hij de auto kocht. Het door [appellant] overgelegde DEKRA-rapport geeft onvoldoende inzicht in de omvang van de gebreken en herstelkosten. Weliswaar spreekt Dekra in de conclusie van het rapport over non-conformiteit (hetgeen een juridisch begrip is en niet in het kennisdomein van DEKRA ligt), maar uit het rapport blijkt tegelijkertijd dat de omvang van de gebreken en herstelkosten door haar nu juist niet kan worden ingeschat. Indien uit het rapport moet worden afgeleid dat DEKRA slechts bij volledige afwezigheid van storingen de auto conform verwachting zou beoordelen, heeft Dekra een strenger criterium gebruikt dan in artikel 7:17 BW is neergelegd. De conclusie van Dekra omtrent non-conformiteit lijkt evenmin aan te sluiten bij de vermelding onder het kopje ‘objectgegevens’ op pagina 1 van het rapport, waar -onbestreden - de toestand van de auto als ‘goed’ is beoordeeld.
De latere e-mail van DEKRA van 29 augustus 2019 , waarin de storingen aanzienlijk worden genoemd, is in dit opzicht te weinig concreet en lijkt bovendien niet in overeenstemming met de overige vermelding in het DEKRA-rapport dat de herstelkosten op voorhand niet kunnen worden ingeschat.
4.5
Een nadere omschrijving van de omvang van de gestelde gebreken en herstelkosten had temeer van [appellant] mogen worden verwacht gelet op het verweer van Autohuis Amersfoort dat de auto kort na aflevering in België is gekeurd en in orde bevonden. [appellant] heeft in hoger beroep geen voldoende overtuigend bezwaar gericht tegen wat in rechtsoverweging 2.4 van het bestreden vonnis over die keuring is overwogen. In deze rechtsoverweging is geciteerd dat [appellant] op de comparitie daarover onder andere heeft verklaard: ‘
Het is een uitgebreide APK. Feitelijk alles wat je normaal mag verwachten van een veilige auto. Ze controleren dingen als remkracht, emissie en licht. Daar is niks bijzonders uitgekomen. Hij is toegelaten.’Deze feiten en omstandigheden rechtvaardigen in beginsel de conclusie dat op dat moment geen gebreken bestonden die aan normaal gebruik van de auto (mede in aanmerking genomen de ouderdom, prijs en kilometerstand ) in de weg stonden.
4.6
Het lag op de weg van [appellant] om voldoende concrete feiten en omstandigheden aan te voeren om te motiveren dat de auto desondanks niet voor normaal gebruik geschikt was. Onvoldoende vindt het hof zijn stelling dat de keuring in België noodzakelijk moest worden uitgevoerd om de auto op Belgisch kenteken te zetten, en dat die keuring een momentopname betrof. Tegenover het positieve resultaat van een uitgebreide keuring had [appellant] meer moeten en kunnen aanvoeren dan alleen het DEKRA-rapport (waaruit de ernst van de gebreken niet voldoende duidelijk blijkt). Nu [appellant] dat niet heeft gedaan gaat het hof er vanuit dat - voor zover de gestelde gebreken in december 2017 al bestonden – de auto desondanks in ieder geval voor normaal gebruik geschikt was.
4.7
[appellant] heeft bovendien onvoldoende concreet gereageerd op de stellingen van Autohuis Amersfoort bij conclusie van dupliek dat het uitlezen van een lambdasonde minder dan een kwartier kost en het vernieuwen ervan minder dan een half uur. Omdat in het rapport de defecte lambdasonde als aannemelijke (enige) storingsoorzaak wordt aangemerkt, lag het op de weg van [appellant] om dit weinig ingrijpende onderzoek te doen om zijn stelling te onderbouwen dat sprake was van een gebrek dat de normale slijtage van een auto met deze ouderdom en kilometerstand overschrijdt. Uit de stellingen van [appellant] kan al helemaal niet worden afgeleid dat zulke ernstige gebreken aan de auto bestonden dat deze ontbinding van de gehele koopovereenkomst rechtvaardigden.
Al het voorgaande geldt ook voor de klachten van [appellant] over de te kleine accu, het steeds opnieuw opstarten van het navigatiedeel van de boordcomputer en het ontbreken van een afdekkap van een relaiskast. [appellant] heeft niet toegelicht wat de kosten zouden zijn voor herstel van deze gestelde gebreken.
4.8
Voor zover [appellant] heeft willen stellen dat deze auto al non-conform is omdat in verschillende media (Wegenwacht, Autointernational (Radar) gebreken aan dit type auto zijn verbonden, faalt deze stelling. Deze informatie was al algemeen toegankelijk voordat [appellant] de auto kocht en hij had zich hierover dus vooraf kunnen informeren. Waarom Autohuis Amersfoort [appellant] als koper hierop moet wijzen is niet voldoende toegelicht en in ieder geval geen grond voor ontbinding wegens non-conformiteit.
4.9
Ook voor wat betreft het olieverbruik kan geen non-conformiteit worden aangenomen. Ook daarover had [appellant] bij Autohuis Amersfoort geklaagd, maar na concreet onderzoek bleek dit olieverbruik nog binnen de marge van Citroen te vallen. Een andere verwachting van het olieverbruik was dan ook niet gerechtvaardigd.
4.1
Autohuis Amersfoort heeft ten slotte onvoldoende gemotiveerd betwist dat zij heeft verzuimd om, volgens afspraak, de terugontvangen BPM aan [appellant] af te dragen. Deze moet dus nog aan [appellant] worden uitgekeerd, waarbij het hof opmerkt dat dit in het dictum van het arrest niet kan worden toegewezen omdat [appellant] daarvoor geen vordering heeft ingesteld (deze is niet in het petitum opgenomen). Het hof vindt dit echter een verzuim van te geringe betekenis om ontbinding van de overeenkomst te rechtvaardigen, zoals Autohuis Amersfoort ook kennelijk bedoeld heeft aan te voeren (memorie van antwoord sub 64).

5.De slotsom

5.1
De bezwaren van [appellant] kunnen niet tot vernietiging van het eindvonnis leiden. Het eindvonnis zal dus worden bekrachtigd. Tegen het tussenvonnis van 19 juni 2019 zijn geen bezwaren (grieven) ingediend, zodat [appellant] in zijn beroep hiertegen niet ontvankelijk is.
5.2
Als de overwegend in het ongelijk te stellen partij zal het hof [appellant] in de kosten van het hoger beroep veroordelen.
De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van Autohuis Amersfoort zullen worden vastgesteld op:
- griffierecht € 741
- salaris advocaat € 1.074 (1 punt x tarief II)
5.3
Het hof ook de gevorderde nakosten toewijzen zoals hierna vermeld.

6.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
bekrachtigt het eindvonnis van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht van 2 oktober 2019;
verklaart [appellant] niet ontvankelijk in zijn hoger beroep tegen het tussenvonnis van 19 juni 2019;
veroordeelt [appellant] in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Autohuis Amersfoort vastgesteld op € 741 voor verschotten en op € 1.074 voor salaris advocaat overeenkomstig het liquidatietarief;
veroordeelt [appellant] in de nakosten, begroot op € 157, met bepaling dat dit bedrag zal worden verhoogd met € 82 in geval [appellant] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak heeft voldaan én betekening heeft plaatsgevonden;
verklaart dit arrest voor zover het de hierin vermelde proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.A. Dozy, H. Wammes en M.B. Beekhoven van den Boezem, is bij afwezigheid van de voorzitter ondertekend door de jongste raadsheer en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 15 december 2020.