ECLI:NL:GHARL:2020:10412
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis van diefstal in vereniging door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1999 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor diefstal in vereniging. De rechtbank had op 28 november 2018 de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 40 dagen, waarvan 10 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting van het hof op 30 november 2020 is het onderzoek naar de zaak voortgezet. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal, die strekte tot bevestiging van het vonnis, in overweging genomen. De raadsman van de verdachte, mr. A.P.E.M. Pover, heeft ook zijn standpunt naar voren gebracht. Na zorgvuldige overweging is het hof tot de conclusie gekomen dat de rechtbank op juiste gronden heeft beslist en dat het vonnis moet worden bevestigd.
Het hof heeft in zijn beslissing de gronden van de rechtbank overgenomen en heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de voorzitter en de raadsheren aanwezig waren, en is op 14 december 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken.