Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
Verbetering bewijsmiddel 6:
verdachte:
[medeverdachte]:
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland, dat op 28 november 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in 1999 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor diefstal in vereniging. Het hof heeft het hoger beroep van de verdachte behandeld tijdens de zitting op 30 november 2020, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal tot bevestiging van het vonnis. De raadsman van de verdachte, mr. A.P.E.M. Pover, heeft ook zijn standpunt naar voren gebracht.
De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 40 dagen, waarvan 10 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Het hof oordeelt dat de rechtbank op juiste wijze heeft geoordeeld en beslist. Het hof bevestigt het vonnis, maar verbetert bewijsmiddel 6, dat eerder onjuist was toegeschreven aan de verdachte. Het hof corrigeert deze misslag door het bewijsmiddel correct toe te schrijven aan de medeverdachte. De beslissing van het hof is om het vonnis te bevestigen met inachtneming van de verbeteringen die zijn aangebracht.