Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
mr. E. van der Meer, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
zij op of omstreeks 26 augustus 2018 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk een computer en/of een werkstation en/of een muur, in elk geval enig(e) goed(eren), dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan de Politie Noord-Nederland toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
zij op of omstreeks 26 augustus 2018 te [plaats] , zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een ambtenaar, [verbalisant1] , agent van politie eenheid Noord-Nederland, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van haar bediening, te weten: het uitvoeren van een insluitingsfouillering en/of het uitkleden/ontkleden van de verdachte ten behoeve van de veiligheid, door die [verbalisant1] in het gezicht en/of de hals/nek te krabben en/of in het gezicht te schoppen en/of aan het haar te trekken, terwijl dit misdrijf en/of de daarmede gepaard gaande feitelijkheden enig lichamelijk letsel, te weten schrammen en/of krassen in het gezicht en de hals/nek en/of een gekneusde neus en/of uitgetrokken plukken haar, bij die [verbalisant1] ten gevolge heeft gehad;
zij op of omstreeks 26 augustus 2018 te [plaats] , een ambtenaar, [verbalisant1] , agent van politie eenheid Noord-Nederland, gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening heeft mishandeld door die [verbalisant1] in het gezicht en/of de hals/nek te krabben en/of in het gezicht te stoppen en/of aan het haar te trekken;
Vrijspraak van het onder 2 primair tenlastegelegde feit
1 De ambtenaar kan slechts van de ingeslotene verlangen dat deze zich ontkleedt indien:
a. met toepassing van artikel 7, vijfde of zesde lid, van de Politiewet 2012 is bepaald dat
betrokkene aan of in zijn lichaam wordt onderzocht,
b. de kleding tijdens de insluiting een gevaar voor de veiligheid van betrokkene of van
anderen kan vormen en een hulpofficier van justitie daarvoor toestemming heeft
gegeven, of (...)
Beroep op noodweer ten aanzien van het onder 2 subsidiair tenlastegelegde feit
Overweging met betrekking tot het bewijs van het onder 1 tenlastegelegde feit
Bewezenverklaring
zij op 26 augustus 2018 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk een computer en een werkstation en een muur, die aan een ander, te weten aan de Politie Noord-Nederland toebehoorden, heeft beschadigd.
zij op 26 augustus 2018 te [plaats] [verbalisant1] heeft mishandeld door die [verbalisant1] in het gezicht en de hals te krabben en in het gezicht te schoppen en aan het haar te trekken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
mishandeling.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij Politie Noord-Nederland
Vordering van de benadeelde partij [verbalisant1]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij Politie Noord Nederland
€ 864,76 (achthonderdvierenzestig euro en zesenzeventig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [verbalisant1]
€ 386,00 (driehonderdzesentachtig euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.