Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Overweging met betrekking tot het bewijs
‘stoeien’, waarbij verdachte op haar borsten sloeg. Daarna heeft [slachtoffer] verklaard dat zij verder niets meer zou weten van de eerste keer. [slachtoffer] heeft vervolgens uitvoerig en gedetailleerd verklaard over de ontuchtige handelingen die verdachte met haar heeft gepleegd tijdens hun tweede ontmoeting, waarbij zij onder meer heeft verklaard:
‘Ik heb hem ook nog moeten pijpen maar dat was de vorige keer ook al gebeurd’.Als enige tijd later aan [slachtoffer] wordt gevraagd of er bij de eerste keer nog meer is gebeurd dan het slaan op haar borsten, antwoordt zij:
‘Er zou nu niks anders bij mij naar boven komen’.Vervolgens heeft [slachtoffer] tijdens het studioverhoor desgevraagd ontkend dat zij de eerste keer, zoals bij de tweede keer, ook seks met verdachte heeft gehad.
- het proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden, p. 37-38, en de daarbij gevoegde schriftelijke verklaring van [slachtoffer] , p. 39-42;
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever] namens [slachtoffer] , p. 47-53;
- het proces-verbaal van bevindingen betreffende het studioverhoor van [slachtoffer] , p. 75-77, en het daarbij gevoegde verbatim verslag van het studioverhoor, p. 79-124;
- het extractierapport, inhoudende de chatberichten van [slachtoffer] en verdachte, p. 153-229;
- het proces-verbaal van het onderzoek naar de mobiele telefoon van [slachtoffer] , p. 390-404, en de daarbij gevoegde bijlagen, p. 395-404;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 427-436;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 437-446;
- het proces-verbaal ter terechtzitting van 14 december 2018 van de meervoudige kamer in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van het hof van 23 november 2020.
Bewezenverklaring
(op één of meerdere tijdstippen)in
of omstreeksde periode van 01 november 2016 tot en met 22 december 2016 in de gemeente Nijmegen en/of de gemeente Berg en Dal,
in ieder geval in Nederland,met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2001, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
en/of;
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) dagen.
177 (honderdzevenenzeventig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of omdat de veroordeelde in het kader van de uitvoering van de bijzondere voorwaarden tot het einde van de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken dan wel geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt of geen medewerking verleent aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
- dat de veroordeelde zich ambulant laat behandelen door forensische polikliniek [kliniek] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig mogelijk en duurt tot het einde van de proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Dit kan ook een specifieke behandeling voor zedendelinquenten behelzen, indien de reclassering dit nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels van de zorgverlener en de aanwijzingen die de zorgverlener voor de behandeling geeft;
- dat de veroordeelde zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering, tot het einde van de proeftijd, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels van de instelling en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
dadelijk uitvoerbaarzijn.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 1.500 (duizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.