Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De nadere beoordeling van de grieven en de vordering
De ontvankelijkheid in hoger beroep
Domijn spreekt dit tegen: in haar antwoordakte wijst zij erop dat [appellant] in eerste aanleg en in hoger beroep aanpassing van de huurprijs heeft gevorderd met terugbetaling van het teveel betaalde.
De huurcommissie heeft dit verzoek in haar uitspraak van 9 april 2015 afgewezen, waarbij zij, samengevat, overwoog dat [het beroep op overtreding van het discriminatieverbod weliswaar de kern vormt van [appellant] verzoek, maar dat] de huurcommissie [de gegrondheid daarvan niet zal beoordelen omdat zij] verzoeken tot wijziging van huurprijzen uitsluitend mag toewijzen voor zover de huurprijswijziging op het puntenstelsel is gebaseerd. In dat puntenstelsel wordt geen rekening gehouden met de redelijkheid of gelijkheid in huurprijzen, aldus de Huurcommissie.
Nu gesteld noch gebleken is dat er een reden bestaat om in de onderhavige zaak een uitzondering te maken op de in artikel 7:262 lid 2 BW gegeven uitsluiting van rechtsmiddelen, zal het hof [appellant] dan ook niet-ontvankelijk verklaren in zijn hoger beroep voor zover dat de vorderingen betreft die hij bij dagvaarding in eerste aanleg onder 1 en 2 heeft ingesteld.