ECLI:NL:GHARL:2019:9816
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van jeugdzorg
In deze zaak gaat het om de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, verleend door de kinderrechter op 27 maart 2019. De moeder van de minderjarige is in hoger beroep gegaan tegen deze beslissing, die de kinderrechter had genomen in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De moeder verzoekt het hof om de uitspraak van de kinderrechter te vernietigen, terwijl de raad voor de kinderbescherming verweer voert en vraagt om de uitspraak in stand te laten.
De procedure bij de rechtbank Overijssel heeft geleid tot meerdere uitspraken van de kinderrechter, waarbij de minderjarige onder toezicht is gesteld en machtigingen tot uithuisplaatsing zijn verleend. De kinderrechter heeft in zijn uitspraken de noodzaak van uithuisplaatsing onderbouwd, gezien de zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige en de geboden hulpverlening die niet voldoende effect had.
Het hof heeft de zaak inhoudelijk beoordeeld en vastgesteld dat de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk was. De moeder heeft aangegeven dat zij van mening is dat er onvoldoende is onderzocht of de minderjarige met intensieve hulpverlening in de thuissituatie kan blijven wonen. Het hof concludeert echter dat de kinderrechter terecht heeft geoordeeld dat de minderjarige in een 24-uurssetting moet verblijven voor zijn behandeling.
Uiteindelijk bekrachtigt het hof de beslissing van de kinderrechter tot de datum van deze uitspraak en vernietigt deze voor het overige, waarbij het belang van de minderjarige voorop staat. De uitspraak van het hof is gedaan in het openbaar, met de betrokkenheid van de griffier.