ECLI:NL:GHARL:2019:9789
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de toekenning van een billijke vergoeding in arbeidsrechtelijke geschil tussen werkgever en werknemer
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over een arbeidsrechtelijk geschil tussen Ruiterskwartier B.V. en een werknemer, aangeduid als [verweerster]. De werknemer was sinds 2010 in dienst bij Ruiterskwartier en werd in 2016 arbeidsongeschikt na een val. Na een periode van re-integratie, die niet soepel verliep, heeft de kantonrechter op 3 april 2019 de arbeidsovereenkomst ontbonden en een billijke vergoeding van € 25.000,- toegekend aan de werknemer wegens ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. Ruiterskwartier was het niet eens met deze beslissing en ging in hoger beroep.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep gevolgd, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Ruiterskwartier betwistte dat zij ernstig verwijtbaar had gehandeld en voerde aan dat de werknemer zelf ook tekort was geschoten in haar re-integratie. Het hof heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen en geconcludeerd dat Ruiterskwartier niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Het hof oordeelde dat de verstoring van de arbeidsverhouding niet uitsluitend aan de werkgever te wijten was en dat beide partijen bij de re-integratie niet optimaal hebben gefunctioneerd.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de kantonrechter vernietigd voor zover deze de billijke vergoeding toekende en het verzoek van de werknemer om een billijke vergoeding alsnog afgewezen. De proceskosten werden toegewezen aan Ruiterskwartier, waarbij de werknemer werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. De uitspraak van het hof benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel werkgever als werknemer in re-integratietrajecten en de noodzaak van goede communicatie en samenwerking.