In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de verdachte voor zijn betrokkenheid bij een woningoverval op een 74-jarige man in Tolkamer. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren. Zowel de verdediging als het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft het verweer van de verdediging, dat de herkenning van de verdachte op camerabeelden onjuist en onbetrouwbaar zou zijn, verworpen. Het hof heeft de bewijsbeslissing van de rechtbank bevestigd, maar heeft de strafoplegging gewijzigd. De verdachte is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren.
De zaak betreft een gewelddadige overval waarbij de verdachte en een medeverdachte het slachtoffer in zijn woning hebben overvallen, hem hebben mishandeld en met een mes hebben bedreigd. De rechtbank had de vordering van de benadeelde partij deels toegewezen, maar het hof heeft geoordeeld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de hoogte van de schade niet kon worden vastgesteld. Het hof heeft de strafoplegging gemotiveerd door te verwijzen naar de ernst van de feiten, de kwetsbaarheid van het slachtoffer en de gevolgen van de overval.
Het hof heeft de gevangenisstraf van vijf jaren als passend en geboden beschouwd, rekening houdend met de omstandigheden van de verdachte, maar heeft geen aanleiding gezien om een kortere straf op te leggen. De beslissing van het hof is in overeenstemming met de aard en ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan.