Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellante]
[appellanten] c.s.,
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde2] ,
[geïntimeerde3] ,
de vennootschap onder firma ERA Makelaardij het Raadhuis,
[geïntimeerde1] , [geïntimeerde2]en
[geïntimeerde3],
ERA Makelaardij,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
een onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik: € 305.000,00
3.De vorderingen en beoordeling in eerste aanleg
4.De beoordeling in hoger beroep
grief 2komen [appellanten] c.s. op tegen het oordeel van de rechtbank in r.ov. 4.2 van het vonnis dat de taxatie tot doel had de waarde van de woning ten behoeve van een hypothecaire lening te bepalen. Uit de toelichting bij de grief blijkt dat [appellanten] c.s. betogen dat ERA Makelaardij in het kader van die taxatieopdracht naast het verrichten van de taxatie ook de verplichting had te controleren of het door [appellanten] c.s. voorziene gebruik van de Woning mogelijk was en na te gaan of de gedachte bestemming mogelijk maakt de Woning in de toekomst met behoud van waarde conform de marktbewegingen te verkopen of te laten vererven. Over de uitkomst van dit onderzoek had ERA Makelaardij [appellanten] c.s. moeten informeren. Voor het aannemen van deze controle- en informatieplicht moet volgens [appellanten] c.s. worden meegewogen dat ERA Makelaardij wist dat [appellanten] c.s. geen bijstand van een aankoopmakelaar had, zij particulieren zijn en de kans op aanzienlijke schade aanwezig is als [appellanten] c.s. van onjuiste uitgangspunten zijn uitgegaan.
grief 3wordt de vraag aan de orde gesteld of ERA Makelaardij toereikend onderzoek naar de planologische bestemming heeft gedaan. Het hof stelt voorop dat voor het beantwoorden van deze vraag acht dient te worden geslagen op de feiten en omstandigheden ten tijde van het opstellen van het taxatierapport in 2002.
grief 4op tegen het oordeel van de rechtbank in r.ov. 4.4. van het vonnis dat [appellanten] c.s. onvoldoende hebben onderbouwd waarom de door ERA Makelaardij getaxeerde waarde van de Woning onjuist is. Met
grief 5bestrijden [appellanten] c.s. de beslissing van de rechtbank dat uit de overgelegde e-mailberichten niet blijkt dat de Rabobank geen financiering zou hebben verstrekt als geen woonbestemming op de Woning rustte.
- het taxatierapport van Zandbergen Makelaardij van 14 november 2016 waarin de onderhandse verkoopwaarde als agrarische bedrijfswoning per 20 juni 2002 is getaxeerd op € 180.000,-;
- de fiscus de waarde van een bedrijfs- of dienstwoning op 60% van de vrije marktwaarde met woonbestemming stelde.