Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging gesloten jeugdhulp voor een jeugdige, aangeduid als [verzoeker]. De kinderrechter had eerder op 24 juni 2019 een machtiging verleend voor de duur van negen maanden, maar [verzoeker] heeft hiertegen beroep aangetekend. Het hof heeft vastgesteld dat [verzoeker] sinds 2018 in een gesloten groep verblijft vanwege ernstige gedragsproblemen, waaronder agressief en seksueel grensoverschrijdend gedrag. De pleegouders van [verzoeker] hebben zich achter zijn verzoek geschaard, en er zijn zorgen over zijn behandelperspectief en de noodzaak van gesloten plaatsing.
Het hof heeft de feiten en de procedure in eerste aanleg en hoger beroep in overweging genomen. Het hof concludeert dat de gesloten plaatsing van [verzoeker] noodzakelijk is, maar dat er aanleiding is om de duur van de machtiging te beperken. Het hof heeft de machtiging gesloten jeugdhulp goedgekeurd voor de periode van 18 juli 2019 tot 1 december 2019, en de eerdere machtiging voor de periode van 1 december 2019 tot 18 maart 2020 vernietigd. Dit biedt ruimte voor de voorbereiding van een mogelijke overplaatsing naar een minder gesloten setting, waarbij ambulante hulpverlening kan worden ingezet. De beslissing van het hof is genomen in het belang van de ontwikkeling van [verzoeker] en zijn toekomstperspectief.