Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Vrijspraak van het primair ten laste gelegde
Overweging met betrekking tot het bewijs
- In de bemonsteringen van de achterzijde van de buitenkant van de onderbroek van het slachtoffer is eveneens een consensus DNA-mengprofiel aangetroffen. Dit DNA kan – naast DNA van het slachtoffer – DNA bevatten dat afkomstig is van de verdachte. Ten aanzien van het DNA-mengprofiel is een RMNE (Random Man Not Excluded) bepaald. Deze waarde geeft een indicatie van de kans dat een willekeurig gekozen persoon niet kan worden uitgesloten als mogelijke donor van het in het spoor aanwezige celmateriaal. Deze waarde is voor dit spoor minder dan 1 op 1 miljard.
- In de bemonsteringen van de binnenzijde van de tailleband van de onderbroek en de binnenzijde van de tailleband van de legging is DNA aangetroffen van het slachtoffer zelf.
- In de bemonsteringen van de onderbroek en van de legging is mogelijk een relatief geringe hoeveelheid DNA aanwezig van minimaal één andere persoon. Omdat de betreffende pieken niet geschikt zijn voor vergelijkend DNA-onderzoek, kan niet worden vastgesteld van wie dit DNA afkomstig is.
- In de bemonstering van de rechtermouw is – naast DNA van het slachtoffer zelf – DNA aangetroffen van minimaal twee onbekende personen. Er is geen DNA aangetroffen van de verdachte in deze bemonstering.
dr. L.H.J. Aarts door de rechter-commissaris de volgende hypothesen voorgelegd:
- Hypothese A: verdachte heeft het slachtoffer op 26 mei 2015 bij de arm gepakt en haar onderbroek en legging naar beneden getrokken.
- Hypothese B: een onbekende man heeft het slachtoffer op 26 mei 2015 bij de arm gepakt en haar onderbroek en legging naar beneden getrokken. Verdachte is niet bij deze handelingen betrokken geweest.
zeer klein. Daarbij wordt opgemerkt dat geen wetenschappelijke gegevens beschikbaar zijn om dergelijke zeer kleine kansen nauwkeurig te beoordelen.”
betrekkelijk groot.”
het hof heeft de in de geciteerde tekst opgenomen voetnootverwijzen niet overgenomen.)
Bewezenverklaring
of omstreeks26 mei 2015 te Ede door geweld of een andere feitelijkheid
en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door haar arm vast te pakken en
/ofhaar in de struiken/bosschages te trekken en
/ofhaar op de grond te trekken/duwen/leggen en
/ofhaar broek naar beneden te trekken en
/oftegen haar te gaan liggen, [slachtoffer] (geboren op [2006] ) heeft gedwongen tot het
plegen en/ofdulden van
een of meerontuchtige handelingen, te weten het
vastpakken/betasten van haar
onderlichaam (billen
/vagina)en
/ofhet kussen op haar mond.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van benadeelde partij [slachtoffer]
€ 2.650,52. Het niet-toegewezen onderdeel van de vordering (ter waarde van € 200,-) betreft een voorschot op kosten voor een eventuele therapie naar aanleiding van klachten die voortvloeien uit het bewezen verklaarde.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
€ 1.600,00 (duizend zeshonderd euro), bestaande uit
€ 100,00 (honderd euro)ter vergoeding van materiële schade en
€ 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro)ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 50,52 (vijftig euro en tweeënvijftig cent) aan materiële schade af.
€ 1.600,00 (duizend zeshonderd euro), bestaande uit
€ 100,00 (honderd euro)ter vergoeding van materiële schade en
€ 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro)ter vergoeding van immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
26 (zesentwintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.