Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Het procesverloop
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Beoordeling
Dit brengt mee dat het voertuig van de betrokkene in strijd met de APV stond geplaatst.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 31 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Gelderland, die op 11 april 2017 het beroep van de betrokkene ongegrond had verklaard. De betrokkene had een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd gekregen voor het laten staan van zijn voertuig in een groenstrook, wat volgens de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Nijmegen verboden is. De betrokkene stelde dat hij zich aan artikel 10 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) had gehouden, omdat zijn voertuig in de berm stond geparkeerd en niet in een groenstrook.
Het hof oordeelde dat de bepalingen in de APV onverbindend zijn wanneer in hogere regelgeving reeds in dezelfde materie is voorzien. Het RVV 1990 bevat echter geen specifieke bepalingen over het parkeren in een groenstrook, waardoor de gemeenteraad in de APV regels kan stellen. De beoordeling van de situatie ter plaatse, inclusief foto’s, toonde aan dat het terrein waar de betrokkene zijn voertuig had geparkeerd, door de gemiddelde weggebruiker als een groenstrook werd gezien. Dit leidde tot de conclusie dat de betrokkene in strijd met de APV had gehandeld.
Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter en oordeelde dat de opgelegde sanctie terecht was. De uitspraak benadrukt het belang van de definitie van een groenstrook en de rol van de APV in relatie tot hogere regelgeving.