ECLI:NL:GHARL:2019:8859
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens geen hoger beroep openstaand tegen vonnis kantonrechter
In deze zaak heeft de verdachte hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, dat op 5 juli 2017 is gewezen. De kantonrechter had de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van € 50. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 22 oktober 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep, waarbij het hof heeft vastgesteld dat er geen hoger beroep openstaat tegen vonnissen betreffende overtredingen wanneer geen andere straf of maatregel is opgelegd dan een geldboete tot een maximum van € 50, zoals bepaald in artikel 404, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv).
De advocaat-generaal heeft betoogd dat er wel cassatie openstaat, maar het hof heeft geoordeeld dat artikel 404, vierde lid, Sv niet van toepassing is in deze zaak, omdat het vonnis van de kantonrechter betrekking heeft op een overtreding van de Wet op de identificatieplicht. Het hof heeft geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn hoger beroep, omdat er geen rechtsmiddel openstaat.
De beslissing van het hof is op 22 oktober 2019 ter openbare terechtzitting uitgesproken, waarbij de voorzitter en de raadsheren aanwezig waren. De griffier heeft de uitspraak genoteerd.