ECLI:NL:GHARL:2019:8857

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
22 oktober 2019
Publicatiedatum
22 oktober 2019
Zaaknummer
21-005622-18
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van rechtsvervolging wegens niet-kwalificatie van het bewezenverklaarde in vuurwerkzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was aangeklaagd voor het opslaan en voorhanden hebben van professioneel vuurwerk, specifiek 80 stuks knalvuurwerk genaamd Spain Cracker en 160 stuks genaamd Crazy Bang, op of omstreeks 22 december 2016 in de gemeente [gemeente]. De tenlastelegging was gebaseerd op artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit, waarbij het eerste lid zich richt op fabrikanten en distributeurs, terwijl het derde lid zich richt op particulieren. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet de vereiste gespecialiseerde kennis had en dat de tenlastelegging niet correct was geformuleerd. Hierdoor kon het bewezenverklaarde niet worden gekwalificeerd als een overtreding van het derde lid van het Vuurwerkbesluit. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat de tenlastelegging niet voldeed aan de wettelijke eisen. De uitspraak benadrukt het belang van een correcte formulering van de tenlastelegging en de noodzaak om de juiste juridische bepalingen toe te passen in strafzaken.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005622-18
Uitspraak d.d.: 22 oktober 2019
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de economische kamer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 4 oktober 2018 met parketnummer 84-041033-17 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboortegemeente] op [geboortedatum] 1968,
wonende te [adres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 8 oktober 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die strekt tot oplegging van een taakstraf voor de duur van 150 uren, te vervangen door 75 dagen hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand, met een proeftijd van twee jaren. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De economische politierechter heeft verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 200 uren, te vervangen door 100 dagen vervangende hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand met een proeftijd van twee jaren.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot andere beslissingen komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 22 december 2016, in de gemeente [gemeente] , al dan niet opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 80 stuks, althans een aantal stuks, knalvuurwerk, te weten Spain Cracker en/of
- 160 stuks, althans een aantal stuks, knalvuurwerk, te weten Crazy Bang
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 22 december 2016, in de gemeente [gemeente] , opzettelijk professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 80 stuks knalvuurwerk, te weten Spain Cracker en
- 160 stuks knalvuurwerk, te weten Crazy Bang
heeft opgeslagen en voorhanden gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

De tenlastelegging is gebaseerd op artikel 1.2.2, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit. In het derde lid van dit artikel is het opslaan en voorhanden hebben van professioneel vuurwerk ook verboden, maar dan voor een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis. Uit de Nota van Toelichting, behorend bij het besluit van 9 december 2009 tot wijziging van het Vuurwerkbesluit (Stb. 2009, 605), blijkt dat het eerste lid van deze bepaling zich richt tot de fabrikant, de importeur en de distributeur van professioneel vuurwerk, terwijl het derde lid ziet op particulieren. Het derde lid van dit artikel is gelet hierop, waar het gaat om het opslaan en voorhanden hebben van professioneel vuurwerk, als systematische specialis ten opzichte van het eerste lid te beschouwen. Verdachte is een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, hij heeft het vuurwerk als particulier en voor eigen gebruik (binnen zijn gezin) opgeslagen en voorhanden gehad. Dat brengt gelet op artikel 55, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht mee dat alleen het derde lid van artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit als strafbepaling in aanmerking komt. Het bewezenverklaarde kan echter niet worden gekwalificeerd als een overtreding van het derde lid van artikel 1.2.2 Vuurwerkbesluit, nu het voor die overtreding vereiste bestanddeel 'als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis' niet in de tenlastelegging is opgenomen.
Een en ander leidt tot ontslag van alle rechtsvervolging.
BESLISSING
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde
nietstrafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Aldus gewezen door
mr. W.M. van Schuijlenburg, voorzitter,
mr. Z.J. Oosting en mr. J.J. Beswerda, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J.C. Huizenga, griffier,
en op 22 oktober 2019 ter openbare terechtzitting uitgesproken.