In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden voor diefstal van een geldbedrag door middel van een valse sleutel. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld na het onderzoek op de zitting van 8 oktober 2019 en heeft vastgesteld dat het proces-verbaal van bevindingen van de verbalisant onduidelijkheden bevatte en niet als bewijs kon dienen. De camerabeelden die ter zitting zijn getoond, boden onvoldoende basis om te concluderen dat de verdachte de persoon op de beelden was. Het hof oordeelde dat er onvoldoende wettige bewijsmiddelen waren om de verdachte te veroordelen voor het tenlastegelegde feit. Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de beschuldiging van diefstal. De beslissing is genomen in tegenwoordigheid van de griffier, en mr. R.R.H. Laurens was niet in staat het arrest mede te ondertekenen.