Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze tussenuitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gedateerd 22 oktober 2019, wordt het verzoek van de vader tot benoeming van een bijzondere curator behandeld. De vader, zonder vaste woon- of verblijfplaats, heeft in hoger beroep verzocht om een bijzondere curator voor zijn kinderen, in het licht van een belangenstrijd met de moeder. De moeder heeft het gezag over de kinderen en er is een duidelijke weerstand van haar kant tegen contact tussen de vader en de kinderen, wat leidt tot een belangenconflict. Het hof verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Gelderland en de adviezen van de raad voor de kinderbescherming, die hebben geadviseerd om de omgang tussen de vader en de kinderen te ontzeggen vanwege de negatieve impact op hun ontwikkeling.
Het hof oordeelt dat de benoeming van een bijzondere curator noodzakelijk is om de belangen van de kinderen te behartigen, gezien de tegenstrijdige belangen van de ouders. De moeder heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof over de benoeming. De vader heeft de wens geuit om drs. [D], een orthopedagoog, als bijzondere curator te benoemen. Het hof gaat hiermee akkoord en benoemt drs. [D] als bijzondere curator, met de opdracht om voor 2 januari 2020 verslag uit te brengen over zijn bevindingen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de ouders zijn verplicht om hun contactgegevens aan de bijzondere curator te verstrekken, zodat afspraken kunnen worden gemaakt voor de verdere procedure.