ECLI:NL:GHARL:2019:8674

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
24 oktober 2019
Publicatiedatum
18 oktober 2019
Zaaknummer
TBS P19/0264
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaar na gewijzigde omstandigheden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1969 en verblijvende in FPC De Rooyse Wissel. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank Gelderland van 15 juli 2019, die de terbeschikkingstelling met één jaar verlengde, vernietigd en de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd. Dit besluit is genomen op basis van gewijzigde omstandigheden en het advies van de kliniek, die aangaf dat er stagnatie was in het resocialisatietraject van de terbeschikkinggestelde. Tijdens de zitting op 10 oktober 2019 werd duidelijk dat er weer samenwerking mogelijk was tussen de kliniek en de terbeschikkinggestelde, wat leidde tot de conclusie dat de veiligheid van anderen de verlenging van de maatregel vereiste. Het hof heeft overwogen dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de resterende tijd bij een verlenging van één jaar, en heeft daarom besloten de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. De beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van de samenleving en de terbeschikkinggestelde zelf.

Uitspraak

TBS P19/0264
Beslissing d.d. 24 oktober 2019
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van het openbaar ministerie in de zaak tegen
[terbeschikkingestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1969] ,
verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) De Rooyse Wissel.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 15 juli 2019, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en daarnaast op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van beroep van de officier van justitie van 22 juli 2019;
- de appelmemorie van de officier van justitie van 22 juli 2019;
- de aanvullende informatie van de FPC De Rooyse Wissel van 11 juni 2019 en
25 september 2019, met als bijlage de wettelijke aantekeningen betreffende de periode
13 juni 2019 tot en met 22 september 2019;
- het e-mailbericht van de raadsman van 7 oktober 2019 met als bijlage een e-mailbericht van diezelfde dag van [deskundige 1] .
Het hof heeft ter zitting van 10 oktober 2019 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. N.M. van Wersch, advocaat te Amsterdam, en de advocaat-generaal mr. J.F.C. Janssen. Tevens is als deskundige gehoord [deskundige 1] , GZ-psycholoog en hoofd behandeling bij FPC De Rooyse Wissel.

Overwegingen:

Het advies van de kliniek
In de aanvullende informatie van de kliniek van 11 juni 2019 is geadviseerd de maatregel te verlengen met twee jaar. Bij brief van 25 september 2019 heeft de kliniek meegedeeld dat er na de verlengingszitting geen stappen meer gemaakt zijn in het kader van de resocialisatie van de terbeschikkinggestelde en dat er sprake is van stagnatie op alle fronten en er een behandelimpasse dreigt.
Bij e-mailbericht van 7 oktober 2019 heeft deskundige [deskundige 1] laten weten dat er weer samenwerking mogelijk is en dat het team met de terbeschikkinggestelde aan het verkennen is op welke wijze er tot een veilig resocialisatietraject kan worden gekomen. Alle verlofbeperkingen zijn per 7 oktober 2019 ingetrokken.
Ter zitting heeft deskundige [deskundige 1] zijn e-mailbericht toegelicht. Hij heeft verklaard dat recent in een intern casuïstiek overleg alle opties zijn besproken en de resultaten zowel mondeling als schriftelijk zijn teruggekoppeld aan de terbeschikkinggestelde. Er is toegelicht dat er bij het vaststellen van het vervolgtraject mede rekening moet worden gehouden met de Bestuurlijke Informatievoorziening Justitiabelen (BIJ), de positie van de nabestaanden en het wettelijke kader van de maatregel. De visie van de terbeschikkinggestelde is aan de hand van een aantal door de kliniek geformuleerde vragen op 7 oktober 2019 besproken. Volgens [deskundige 1] was het een positief gesprek en is daarmee voorzichtig een eerste stap in het resocialisatietraject gezet.
[deskundige 1] heeft verder verklaard dat het vinden van een woning nog veel tijd gaat kosten en dat hij verwacht dat er begin 2020 een plan ligt, dat dan nog door de woningbouwvereniging moet worden getoetst. [deskundige 1] verwacht dat er ook nog de nodige hobbels te nemen zijn bij de verlofaanvragen, omdat het Adviescollege Verloftoetsing TBS (AVT) zich terughoudend opstelt.
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard dat de kliniek nu eindelijk met hem praat en dat hij altijd heeft willen samenwerken. Hij kan nu door zijn fysieke problemen nauwelijks werken en daarom zit hij veel thuis. Hij heeft aangegeven dat het ATV geen probleem zal opleveren, het college heeft immers in het verleden ook steeds binnen de termijn van acht weken gereageerd op zijn verlofaanvragen.
De raadsman heeft verzocht de beslissing van de rechtbank te bevestigen, desnoods met aanvulling van gronden. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de deskundigen [deskundige 2] en [deskundige 3] hebben geadviseerd de maatregel met één jaar te verlengen. Zij hebben aangegeven dat het recidiverisico laag tot matig is. De maatregel is niet bedoeld om de resocialisatie te legitimeren, dat hoort te gebeuren in de fase van het traject van de voorwaardelijke beëindiging. De terbeschikkinggestelde zit al een hele tijd in de aanloop naar die fase en hij is inmiddels uitbehandeld. Er zijn voldoende bijzondere omstandigheden om van het vaste beleid van het hof af te wijken en de maatregel nu met één jaar te verlengen.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van de beslissing van de rechtbank en verlenging van de maatregel met een termijn van twee jaar. De rechtbank gaat voorbij aan de vaste jurisprudentie van het hof dat er met twee jaar wordt verlengd als er meer tijd nodig is dan een jaar. Er zijn geen bijzondere omstandigheden die afwijking van dat beleid rechtvaardigen.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen omdat het tot een andere beslissing komt over de duur van de verlenging.
Indexdelicten
Bij vonnis van 17 januari 2003 heeft de rechtbank Zutphen aan de terbeschikkinggestelde de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opgelegd voor onder meer het medeplegen van doodslag en het medeplegen van vrijheidsberoving. Dit zijn misdrijven die gericht zijn tegen en/of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen.
Stoornis en recidivegevaar
Uit de meest recente Pro Justitia rapportages van psychiater [deskundige 2] en psycholoog [deskundige 3] blijkt dat er bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een narcistische persoonlijkheidsstoornis met antisociale kenmerken. De kliniek schat het recidiverisico bij beëindiging van de maatregel in als hoog. [deskundige 2] en [deskundige 3] hebben beiden aangegeven dat het recidiverisico bij het wegvallen van het kader van terbeschikkingstelling kan oplopen tot matig.
Verlenging
Naar het oordeel van het hof eist de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel.
Termijn van de verlenging
Ten tijde van de verlengingszitting bij de rechtbank was door de kliniek gerapporteerd dat er op dat moment geen acties uitgezet waren in het kader van het resocialisatietraject. De terbeschikkinggestelde wilde niet dat zijn gegevens werden gedeeld met de bestuurders van de gemeenten waar hij mogelijk naartoe zou kunnen verhuizen. De kliniek maakte zich zorgen dat de terbeschikkinggestelde zich steeds verder zou terugtrekken in zijn eigen wereld en gedachten. Feitelijk was er sprake van een impasse. De kliniek concludeerde dat een stevige vinger aan de pols noodzakelijk zal zijn bij de invulling van het resocialisatietraject.
De rechtbank heeft overwogen dat de terbeschikkinggestelde, ondanks zijn angst, wantrouwen en spanningen, zal moeten wennen aan de ongemakkelijke situaties die ‘real life’ nu eenmaal met zich brengt en dat hij zich niet aan dergelijke situaties kan blijven onttrekken door als kluizenaar te gaan leven. De rechtbank heeft de maatregel daarom met één jaar verlengd.
Ter zitting is het hof gebleken dat de situatie inmiddels is veranderd. De kliniek en de terbeschikkinggestelde zijn weer in gesprek over het te volgen resocialisatietraject en de verlofbeperkingen zijn ingetrokken. Er is kennelijk een (voorzichtige) consensus bereikt over de criteria waaraan een toekomstige huisvesting en het risicomanagement zullen moeten voldoen.
Het hof heeft als uitgangspunt dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar, de terbeschikkingstelling dient te worden verlengd met een termijn van twee jaar.
Deskundige [deskundige 1] heeft ter zitting verklaard dat het proces nog geruime tijd in beslag zal nemen en dat hij zijn uitspraak bij de rechtbank om met twee jaar te verlengen, gelet op de weg die nog te gaan is, handhaaft. Pas zeer recent zijn de eerste voorzichtige stappen in het resocialisatietraject gezet en daarom ziet het hof ziet geen reden in dit geval af te wijken van zijn uitgangspunt. De terbeschikkingstelling zal dan ook worden verlengd met een termijn van twee jaar.

Beslissing

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 15 juli 2019 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkingestelde].
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
twee jaar.
Aldus gedaan door
mr. P.R. Wery als voorzitter,
mr. G. Mintjes en mr. R.R.H. Laurens als raadsheren,
en drs. A. Vissers en dr. J. Lucieer als raden,
in tegenwoordigheid van mr. N.E. Versloot als griffier,
en op 24 oktober 2019 in het openbaar uitgesproken.
Mr. R.R.H. Laurens en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.