ECLI:NL:GHARL:2019:8598
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake proceskostenveroordeling na intrekking verzoekschrift door verweerster
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot proceskostenveroordeling. De zaak betreft een geschil tussen [verzoeker], die als bestuurder van de Vereniging van Eigenaars (VvE) optreedt, en [verweerster], die een verzoekschrift had ingediend tot vernietiging van een besluit van de VvE. Dit verzoekschrift werd op 27 augustus 2019 door [verweerster] ingetrokken. [verzoeker] verzocht de kantonrechter om [verweerster] in de proceskosten te veroordelen, maar de kantonrechter heeft dit verzoek afgewezen, omdat het verzoek van [verweerster] was ingetrokken en er geen mondelinge behandeling meer nodig was.
In hoger beroep heeft [verzoeker] de beschikking van de kantonrechter bestreden en verzocht om terugverwijzing naar de kantonrechter en een veroordeling van [verweerster] in de proceskosten. Het hof heeft geoordeeld dat het verzoek van [verzoeker] niet-ontvankelijk is, omdat het verzoek om proceskostenveroordeling niet als zelfstandig verzoek kan worden aangemerkt. Het hof heeft vastgesteld dat de kantonrechter geen mondelinge behandeling hoefde te gelasten na de intrekking van het verzoek van [verweerster].
Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd en [verzoeker] veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep aan de zijde van [verweerster]. De kosten zijn vastgesteld op € 324,- griffierecht en € 1.518,- salaris advocaat, te vermeerderen met nasalaris en wettelijke rente. De beslissing van het hof benadrukt het belang van toegang tot de rechter en de noodzaak om proceskostenveroordelingen zorgvuldig te onderbouwen.