Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
invorderingsambtenaarvan
de gemeente Gooise Meren(hierna: de invorderingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 oktober 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [X] B.V. tegen de gemeente Gooise Meren, vertegenwoordigd door de invorderingsambtenaar. De zaak betreft aanmaningskosten die aan belanghebbende in rekening zijn gebracht en de vraag of belanghebbende recht heeft op een proceskostenvergoeding en een dwangsom. De invorderingsambtenaar had eerder het bezwaar van belanghebbende tegen de aanmaningskosten niet-ontvankelijk verklaard, wat leidde tot een beroep bij de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank verklaarde het beroep eveneens niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Het Hof heeft vastgesteld dat de invorderingsambtenaar met een brief van 10 juli 2017 op het bezwaar heeft beslist en dat belanghebbende op 21 augustus 2017 heeft gereageerd. Het Hof oordeelt dat deze brief als beroepschrift had moeten worden doorgezonden naar de rechtbank, waardoor het beroep ontvankelijk is. Het Hof kent belanghebbende een proceskostenvergoeding toe voor de bezwaarfase van € 63,50 en wijst het verzoek om een dwangsom af. De invorderingsambtenaar wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten van belanghebbende, die in totaal op € 1.024 worden vastgesteld. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen zes weken beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad.