Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.De vorderingen en de beslissing van de rechtbank
4.De beoordeling
eerste griefricht zich tegen het oordeel dat hij daarna zonder ingebrekestelling in verzuim is geraakt, waarna [geïntimeerde] gerechtigd was de overeenkomst te ontbinden - en, zo vult het hof aan, een boete te vorderen. [appellant] zegt ervan uit te zijn gegaan dat de koop na inlevering van de sleutels ongedaan was gemaakt, zonder kosten of boetes. Als hem toen duidelijk was gemaakt dat hij 10% van de koopsom verschuldigd zou zijn als hij weigerde aan het notariële transport mee te werken, dan zou hij
tweede griefheeft een voorwaardelijk karakter, en is geformuleerd voor het geval de eerste grief vergeefs is voorgedragen. Omdat aan die voorwaarde niet wordt voldaan, kan deze grief verder onbesproken blijven.
ongenummerde grief(de onderbouwing van een nieuwe vordering van [appellant] ) waarin een beroep op ongerechtvaardigde verrijking wordt gedaan. Die vordering is echter onvoldoende onderbouwd met de enkele stelling dat verbouwingswerkzaamheden die [appellant] heeft verricht tot een verhoging van de verkoopprijs met € 1.250,- hebben geleid. Dat is eens temeer het geval omdat [appellant] de waardevermeerdering (overigens ook zonder deugdelijke onderbouwing) in eerste aanleg nog heeft begroot op € 5.000,-. Daar komt bij dat het standpunt ongefundeerd is dat [appellant] geen