Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM -LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.3. De motivering van de beslissing in hoger beroep
1 september 2017 is hij vanwege psychische klachten (waarvoor hij onder behandeling van een psycholoog is geweest) door de rechter-commissaris vrijgesteld van de sollicitatieplicht. In mei 2018 heeft [appellant] een verzoek tot verlenging van ontheffing van de sollicitatieplicht ingediend bij de rechter-commissaris. Dat verzoek is toegewezen tot
1 oktober 2018. Vanaf die datum diende [appellant] (weer) fulltime te solliciteren.
De stelling van [appellant] dat hij niet wist dat hij de sollicitatieplicht heeft geschonden, omdat het vanaf 23 april 2019 is misgelopen met het e-mailverkeer, is niet aannemelijk.
heeft van de rechtbank in ieder geval twee informatiefolders ontvangen waarin staat beschreven welke verplichtingen gelden als de wettelijke schuldsaneringsregeling van toepassing is verklaard. Daarnaast heeft ook de bewindvoerder [appellant] diverse keren over de geldende verplichtingen geïnformeerd. [appellant] had dus moeten en kunnen weten hoe hij de sollicitatieplicht naar behoren had moeten nakomen. Desondanks heeft hij niet correct aan de sollicitatieplicht voldaan, aldus de rechtbank.
Het bezwaar van [appellant] tegen de voor hem volkomen onverwachte en in zijn ogen onbegrijpelijke beslissing om de looptijd van zijn regeling te verlengen omdat hij nimmer is gewezen op enige tekortkoming in zijn sollicitatieactiviteiten, kan hem niet baten. Naast de in het bestreden vonnis genoemde informatiefolders heeft de bewindvoerder gezien ook de door hem in het wettelijk schuldsaneringstraject uitgebrachte verslagen [appellant] op verschillende momenten geïnformeerd over de inhoud van zijn sollicitatieplicht.
Ook kort voor afloop van de verleende ontheffing van zijn sollicitatieplicht per 1 oktober 2018 (e-mail 13 september 2018) en daarna (e-mail 2 november 2018) heeft de bewindvoerder [appellant] gewezen op deze plicht en op de mogelijkheid met onderbouwing van (medische) stukken een nieuwe ontheffing aan te vragen.
Dat volgens de stelling van [appellant] er in sommige maanden zo weinig geschikte vacatures voor hem waren dat hij in die maanden niet heeft gesolliciteerd of de vereiste vier sollicitaties niet heeft gehaald, doet ook niet af aan (de ernst van) zijn sollicitatieverzuim.
Hiervoor geldt dat niet valt in te zien waarom het [appellant] , ook volgens de door de bewindvoerder gegeven verklaring, wel in augustus en september 2019 is gelukt om zijn sollicitatieplicht correct na te komen en in de tien maanden daaraan voorafgaand niet.
4. De beslissing