4.17Het hof leidt uit de gang van zaken bij de pinopnames af dat [appellant] bij het doen van die opnames als (stilzwijgend) gevolmachtigde van moeder optrad. In zoverre was hij dan ook gehouden rekening en verantwoording jegens haar af te leggen. Of [appellant] ook jegens [geïntimeerden] c.s. gehouden is deze rekening en verantwoording af te leggen kan in het midden blijven, nu hij, ook wanneer hij daartoe niet gehouden zou zijn, wel aan de mede-erfgenamen uitleg dient te kunnen geven over door hem verrichte financiële handelingen die niet binnen het normale uitgavenpatroon van de moeder vielen. Van dergelijke handelingen is naar het oordeel van het hof sprake. Het hof neemt hiertoe de volgende omstandigheden in aanmerking:
- [geïntimeerden] c.s. hebben ter comparitie van het hof een beeld van de moeder geschetst - gebaseerd op de periode waarin zij nog contact met haar hadden - waaruit een vrouw naar voren kwam die weinig uitgaf, nooit impulsaankopen deed en nooit een cent over de balk gooide. Dat beeld heeft [appellant] niet (expliciet) weersproken en er is geen reden om te veronderstellen dat de moeder in de laatste jaren van haar leven een ander uitgavenbeleid is gaan voeren.
- Zoals het hof ter comparitie van 7 juni 2017 heeft opgemerkt blijkt uit de bankafschriften over de betreffende periode dat de vaste lasten zijn voldaan middels banktransacties, zodat de contante opnamen bestemd moeten zijn geweest voor andere uitgaven. [appellant] heeft aangegeven dat de moeder een bedrag van € 250,- per maand nodig had voor boodschappen, maar onduidelijk is gebleven waaraan dan de rest van de opnames is besteed. [appellant] heeft genoemd de kosten van een vakantie naar Australië, maar die blijkt ver voor de betreffende periode te zijn geweest. Ook heeft hij verf, behang en vloerbedekking genoemd, maar dit zijn geen regelmatig terugkerende kosten terwijl de matige staat van onderhoud van het huis - die tussen partijen vast staat - niet de veronderstelling rechtvaardigt dat hiermee grote bedragen gemoeid kunnen zijn geweest. Ook de kosten van een scootmobiel verklaren het verschil tussen € 738,- en € 250,- per maand slechts zeer ten dele.
- [appellant] heeft erkend dat hij de pinopnames voor de moeder deed. Hij had dus wel enig zicht op de geldstromen. De intensieve band die tussen [appellant] en de moeder bestond brengt naar het oordeel van het hof mee dat [appellant] niet kan volstaan met de blote stelling dat hij geen zicht had op de uitgaven van de moeder. De wijze van handelen met betrekking tot de eerste zorgovereenkomst (zie hierboven, r.o. 4.9, 3e volzin) duidt ook op een zelfstandiger en actiever optreden van [appellant] ten aanzien van financieel relevante zaken dan hij suggereert.
- Hoewel de moeder vanaf 2011 aanzienlijk minder mobiel moet zijn geweest doordat zij halfzijdig verlamd was zijn de contante opnamen in dat jaar niet substantieel gedaald ten opzichte van de daaraan voorafgaande jaren. Ook dit duidt erop dat de opnames niet in rechtstreeks verband staan met activiteiten van de moeder, en die omstandigheid brengt mee dat [appellant] - als degene die de opnames deed en de moeder verzorgde - meer uitleg had moeten geven over de bestemming daarvan dan hij gedaan heeft.
Nu [appellant] , gelet op deze omstandigheden, onvoldoende aan zijn stelplicht heeft voldaan komt het hof aan een bewijsopdracht niet toe.