ECLI:NL:GHARL:2019:7900

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
27 september 2019
Publicatiedatum
27 september 2019
Zaaknummer
WAHV 200.256.641
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Beswerda
  • M. Pullens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen administratieve sanctie voor snelheidsovertreding binnen de bebouwde kom

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, die op 29 januari 2019 een beroep van de betrokkene ongegrond heeft verklaard. De betrokkene, vertegenwoordigd door een gemachtigde, had een administratieve sanctie van € 113,- opgelegd gekregen wegens het overschrijden van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom met 13 km/h. De overtreding vond plaats op 17 juli 2018 om 10.34 uur op de Hambakenweg te 's-Hertogenbosch. De betrokkene betwistte de juistheid van de gemeten snelheid, omdat op de foto's van de flitspaal '0 km/h' als toegestane snelheid stond vermeld. Dit zou volgens de gemachtigde duiden op onjuiste waarnemingen door de flitspaal.

Het hof heeft vastgesteld dat de ambtenaar op basis van artikel 3, tweede lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften een administratieve sanctie kan opleggen, mits de gedraging voldoende blijkt uit de beschikbare gegevens. Het hof heeft de gegevens in het zaakoverzicht en de bijbehorende foto's beoordeeld. Ondanks de vermelding van '0 km/h' op de foto's, heeft het hof geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de met de goedgekeurde radarapparatuur gemeten snelheid van 63 km/h, die binnen de bebouwde kom is vastgesteld.

De advocaat-generaal heeft in hoger beroep een NMI-verklaring toegevoegd, waaruit blijkt dat de meetapparatuur voldeed aan de geldende regels. Het hof concludeert dat de sanctie terecht is opgelegd en bevestigt de beslissing van de kantonrechter. De uitspraak benadrukt dat de aanwezigheid van een verkeersbord met de maximumsnelheid niet vereist is, zolang de gedraging binnen de bebouwde kom plaatsvond en de maximumsnelheid bekend is.

Uitspraak

WAHV 200.256.641
27 september 2019
CJIB 218798899
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant
van 29 januari 2019
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [A] ,
voor wie als gemachtigde optreedt [B] ,
wonende te [A] .

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard.

Het procesverloop

De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter. Er is daarnaast gevraagd om de zaak op een zitting van het hof te behandelen.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De gemachtigde van de betrokkene heeft het beroep schriftelijk nader toegelicht.
De advocaat-generaal heeft de gelegenheid gekregen het beroep schriftelijk nader toe te lichten. Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Op 31 juli 2019 is nog een brief van de gemachtigde ontvangen, waarin de gemachtigde (onder meer) te kennen geeft dat hij niet ter zitting zal verschijnen. Een kopie daarvan is toegestuurd aan advocaat-generaal.

Beoordeling

1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 113,- opgelegd ter zake van “overschrijding van de maximum snelheid binnen de bebouwde kom, met 13 km/h”, welke gedraging zou zijn verricht op
17 juli 2018 om 10.34 uur op de Hambakenweg te 's-Hertogenbosch met het voertuig met het kenteken [00-YY-YY] .
2. Namens de betrokkene wordt betoogd dat de door de flitspaal gemeten snelheid niet juist kan zijn. Op de foto's die afkomstig zijn van de gebruikte meetapparatuur staat namelijk "0 km/h" als toegestane snelheid vermeld. Dit betekent dat de flitspaal onjuiste waarnemingen heeft gegenereerd, zodat niet is na te gaan of de betrokkene de gemeten snelheid wel heeft gereden ten tijde van het constateren van de gedraging. De in het zaakoverzicht opgenomen verklaring van de ambtenaar is ook niet juist. Daarin wordt door de ambtenaar een algemeen beeld omtrent de situatie ter plaatse geschetst, maar niet van de situatie op het moment van het constateren van het feit, aldus de gemachtigde.
3. Het hof stelt voorop dat een daartoe aangewezen ambtenaar op grond van artikel 3, tweede lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften een administratieve sanctie kan opleggen voor een gedraging die door deze ambtenaar zelf of op geautomatiseerde wijze is vastgesteld. Dat de gedraging is verricht, moet voldoende blijken uit de beschikbare gegevens. Of van de juistheid van deze gegevens kan worden uitgegaan, is ervan afhankelijk of de betrokkene argumenten heeft aangevoerd die leiden tot twijfel aan de juistheid van (delen van) die gegevens dan wel het dossier daar aanleiding toe geeft.
4. De gegevens waarop de ambtenaar zich bij de oplegging van de sanctie heeft gebaseerd, zijn opgenomen in het zaakoverzicht. Dit zaakoverzicht bevat onder meer de volgende gegevens:
"De werkelijke snelheid stelde ik vast m.b.v. een voor de meting getest, goedgekeurd en op de voorgeschreven wijze gebruikt snelheidsmeetmiddel.
Gemeten (afgelezen) snelheid: 66 km per uur.
Werkelijke (gecorrigeerde) snelheid: 63 km per uur.
Toegestane snelheid: 50 km per uur.
Overschrijding met: 13 km per uur.
De werkelijke snelheid is het resultaat van een, overeenkomstig de geldende aanwijzing snelheidsoverschrijdingen en snelheidsbegrenzers van het college van procureurs-generaal, uitgevoerde correctie op de met het meetmiddel gemeten (afgelezen) snelheid.
(…)
De overtreding werd geautomatiseerd vastgelegd door middel van goedgekeurde radarapparatuur welke is gemonteerd in een flitspaal.
(….)
De gedraging vond plaats binnen de bebouwde kom."
5. Naast het zaakoverzicht, bevat het dossier eveneens twee foto's van de gedraging. De gegevens in dit zaakoverzicht en bij deze foto's houden in dat door middel van een voor de meting getest, goedgekeurd en op de voorgeschreven wijze gebruikt snelheidsmeetmiddel (te weten goedgekeurde radarapparatuur gemonteerd in een flitspaal) is vastgesteld dat op voormelde datum en tijd met het voertuig met voormeld kenteken binnen de bebouwde kom is gereden met een gecorrigeerde snelheid van 63 kilometer per uur.
6. Het hof ziet in de omstandigheid dat boven de foto's "0 km/h" als toegestane
snelheid staat vermeld geen aanleiding te twijfelen aan de met het gebruikte snelheidsmeetmiddel gemeten snelheid en de ter plaatse geldende toegestane maximumsnelheid, een en ander zoals vermeld in het zaakoverzicht. E. Derksen, technisch adviseur verkeershandhavingsmiddelen, heeft, in reactie op het hoger beroepschrift van de gemachtigde, een afdoende verklaring gegeven voor de afwijkende waarde op de foto, namelijk dat "0 km/h" op de foto staat vermeld als er sprake is van handhaving van een
gedragsregel. In dit geval dat er voor motorvoertuigen binnen de bebouwde kom een maximumsnelheid van 50 km per uur geldt. Anders dan de gemachtigde wellicht veronderstelt is in een dergelijk geval de aanwezigheid ter plaatse van een verkeersbord A1 met daarop de geldende maximumsnelheid niet vereist en volstaat vermelding in het zaakoverzicht dat de gedraging binnen de bebouwde kom plaatsvond en dat daar (dus) een maximumsnelheid van 50 kilometer per uur geldt.
7. Ten overvloede merkt het hof nog op dat de advocaat-generaal in hoger beroep een NMI-verklaring aan het dossier heeft toegevoegd, waaruit blijkt dat de apparatuur ten tijde van de gedraging voldeed aan de regels uit het Concept voorschriften meetmiddelen politie.
8. Gelet op het voorgaande kan van de juistheid van de gegevens in het zaakoverzicht en de foto's worden uitgegaan. Aldus kan worden vastgesteld dat de gedraging is verricht en is de sanctie terecht opgelegd. Het hof zal de beslissing van de kantonrechter bevestigen.

Beslissing

Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter
Dit arrest is gewezen door mr. Beswerda, in tegenwoordigheid van mr. Pullens als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.