Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2] B.V.,
[geïntimeerde 3] B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.De motivering van de beslissing
ondeugdelijke administratie wegens onjuiste aanpassing van facturen en onjuiste urenregistratie (grief V en VII)
kwestie i) om de verrekening van vorderingen van [het bouwbedrijf ] op [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 3] , ten tweede (
kwestie ii) om de betaling van loon aan [geïntimeerde 1] in juni en juli 2011 en ten derde (
kwestie iii) om de betaling van huur aan [geïntimeerde 2] op 17 juni 2011 en 1 juli 2011. Van deze onrechtmatige, selectieve betalingen moet [geïntimeerde 1] (telkens) persoonlijk een ernstig verwijt worden gemaakt. [geïntimeerde 1] heeft zijn taak als bestuurder (daarmee) onbehoorlijk vervuld en die onbehoorlijke taakvervulling is volgens de curator een belangrijke oorzaak van het faillissement.
kwestie ii) had [geïntimeerde 1] , aldus de curator, met de wetenschap dat het faillissement van [het bouwbedrijf ] onafwendbaar was niet mogen toestaan nu hij zelf op 12 juli 2011 het faillissement van [het bouwbedrijf ] heeft aangevraagd.
kwestie iii). De betaling van 17 juni 2011 betreft de huur van de werkplaats (€ 7.583,34) en materiaal (€ 8.500) over mei en juni 2011. Voor de maand juli 2011 heeft [geïntimeerde 2] de huren ad € 3.791,67 respectievelijk en € 4.250,- in rekening gebracht. Deze bedragen zijn op 1 juli 2011 door verrekening voldaan aan [geïntimeerde 2] . Aldus is voldoende aannemelijk dat de gewone wijze van betaling van deze vordering is voortgezet. De betaling van deze opeisbare vorderingen kan daarom niet als onrechtmatige selectieve betaling worden gezien, laat staan dat is gebleken dat [geïntimeerde 1] daarvan persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt.
kwestie i en iieen (ernstig) verwijt aan het adres van [geïntimeerde 1] kan worden gemaakt.