Uitspraak
kantoorhoudende te [C] .
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam van 14 juni 2017, betreffende een betrokkene wiens voertuig was weggesleept. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 23 september 2019 uitspraak gedaan. De betrokkene had aangevoerd dat zijn voertuig onterecht was gesanctioneerd, omdat het was weggesleept. Het hof heeft in een eerder tussenarrest van 25 maart 2019 overwogen dat het zich onvoldoende voorgelicht achtte over het beleid van het openbaar ministerie met betrekking tot de wegsleepkosten. De advocaat-generaal heeft nadere informatie verstrekt, waaruit blijkt dat de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) een vaste gedragslijn hanteert. Deze gedragslijn houdt in dat als een betrokkene kan aantonen dat zijn voertuig is weggesleept en hij kosten heeft gemaakt, deze kosten in mindering kunnen worden gebracht op het sanctiebedrag.
Het hof heeft geoordeeld dat de betrokkene voldoende heeft aangetoond dat zijn voertuig was weggesleept en welke kosten hij daarvoor had gemaakt. De wegsleepkosten overstijgen het sanctiebedrag, waardoor het hof heeft besloten de sanctie te matigen tot nihil. De beslissing van de kantonrechter, die het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond had verklaard, is vernietigd. Het hof heeft de inleidende beschikking gewijzigd, zodat het sanctiebedrag op nihil wordt vastgesteld. Tevens is bepaald dat hetgeen door de betrokkene als zekerheid was gesteld, aan hem wordt gerestitueerd. Het verzoek om vergoeding van kosten is afgewezen.