Uitspraak
- het vonnis van de politierechter in de rechtbank Overijssel van 23 juni 2017 met parketnummer 96-054365-17 (21-003455-17) en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer, 96-287775-14;
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
onder 2 en 4 en het in de zaak met parketnummer 18-730182-14 onder 1 en 2 ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en oplegging van bijzondere voorwaarden, zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd;
mr. D. van den Broek, naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
De vonnissen voor zover aan het hoger beroep onderworpen
18-730568-13 toegewezen en is de inbeslaggenomen personenauto van het merk Mitsubishi, type Carisma, verbeurd verklaard.
De tenlastelegging
hij, op of omstreeks 19 juni 2016, te [plaats 1] , als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto) dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 505 microgram, in elk geval hoger dan 88 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was vereist en verdachte dit motorrijtuig heeft bestuurd zonder rijbewijs;
hij op of omstreeks 30 april 2014, te [plaats 2] , (althans) in de gemeente [gemeente 1] , als bestuurder van een motorrijtuig (te weten een personenauto, merk Mitsubishi) betrokken bij een (aantal) verkeersongeval(len) of door wiens gedraging(en) een (aantal) verkeersongeval(len) was/waren veroorzaakt op de [straat 1] aldaar, de plaats(en) van het/de ongeval(len) heeft verlaten, terwijl bij dat/die ongeval(len), naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan (een) nader te noemen ander(en) de hierna genoemde schade was toegebracht, te weten:
hij op of omstreeks 30 april 2014 te [plaats 2] , (althans) in de gemeente [gemeente 1] , als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een personenauto te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het vermoeden bestond dat hij onder invloed van een andere in artikel 8, eerste lid van genoemde wet bedoelde stof dan alcoholhoudende drank verkeerde, nadat hij de door een opsporingsambtenaar aan hem gevraagde toestemming tot het verrichten van een bloedonderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van genoemde wet, niet had verleend, geen gevolg heeft gegeven aan een aan hem gegeven bevel van een hulpofficier van justitie of een daartoe bij regeling van de Minister van Justitie aangewezen ambtenaar van politie, zich aan dat bloedonderzoek te onderwerpen en/of geen medewerking daaraan heeft verleend;
hij op of omstreeks 30 april 2014, te [plaats 2] , als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de [straat 2] aldaar, opzettelijk - toen één of meer zich in een politievoertuig bevindende politieambtenaren, en wel (een) opsporingsambtena(a)r(en) in de zin van artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, ter controle op de naleving van de bij of krachtens de Wegenverkeerswet gegeven voorschriften van verdachte vorderde(n) of verdachte beval(en) het door verdachte, bestuurde motorrijtuig te doen stilhouden, welke vordering of welk bevel door die politie-ambtena(a)r(en), belast met en bevoegd verklaard tot het opsporen van strafbare feiten, werd gedaan doordien deze van een aan dit politievoertuig aangebrachte transparant, waarin de woorden "stop politie" in rode letters tegen donkere achtergrond verlicht werden, gebruik maakte(n) - niet heeft voldaan aan genoemde vordering of genoemd bevel gedaan door genoemde ambtena(a)r(en);
hij op of omstreeks 30 april 2014, te [plaats 2] , (althans) in de gemeente [gemeente 1] , (onder meer) op (de) weg(en), de [straat 3] en/of [straat 4] en/of [straat 5] en/of de [straat 6] en/of de [straat 7] , rijdende in een personenauto (te weten Mitsubishi, met kenteken [kenteken 3] ) (onder meer):
hij op of omstreeks 18 september 2016, te [plaats 3] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto, merk Jaguar, (kenteken [kenteken 4] ), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of
hij op of omstreeks 18 september 2016 te / nabij [plaats 4] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, bij een Shell tankstation, heeft weggenomen brandstof (26,53 liter diesel), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Shell, in ieder geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
hij op of omstreeks 18 september 2016, te [plaats 5] , gemeente [gemeente 2] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (Merk Opel, kenteken [kenteken 6] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
Vrijspraak
Bewezenverklaring
hij op 30 april 2014, te [plaats 2] , in de gemeente [gemeente 1] , als bestuurder van een motorrijtuig (te weten een personenauto, merk Mitsubishi) betrokken bij een aantal verkeersongevallen of door wiens gedragingen een aantal verkeersongevallen waren veroorzaakt op de [straat 1] en de [straat 10] aldaar, de plaatsen van de ongevallen heeft verlaten, terwijl bij die ongevallen, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan nader te noemen anderen de hierna genoemde schade was toegebracht, te weten:
hij op 30 april 2014 te [plaats 2] , in de gemeente [gemeente 1] , als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een personenauto te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het vermoeden bestond dat hij onder invloed van een andere in artikel 8, eerste lid van genoemde wet bedoelde stof dan alcoholhoudende drank verkeerde, nadat hij de door een opsporingsambtenaar aan hem gevraagde toestemming tot het verrichten van een bloedonderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van genoemde wet, niet had verleend, geen gevolg heeft gegeven aan een aan hem gegeven bevel van een hulpofficier van justitie of een daartoe bij regeling van de Minister van Justitie aangewezen ambtenaar van politie, zich aan dat bloedonderzoek te onderwerpen;
hij op 30 april 2014, te [plaats 2] , in de gemeente [gemeente 1] , onder meer op de wegen, de [straat 3] en [straat 4] en [straat 5] en de [straat 6] en de [straat 7] , rijdende in een personenauto (te weten Mitsubishi, met kenteken [kenteken 3] ) :
- meermalen met een gelet op de verkeerssituatie ter plaatse te hoge snelheid, in elk geval met een hogere dan de ter plaatse geldende maximumsnelheid, heeft gereden en
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Vorderingen tenuitvoerlegging
Beslag
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maandenten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18-730182-14 onder 1 en 2 bewezen verklaarde.
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
(60) dagen hechtenister zake van het in de zaak met parketnummer 18-730182-14 onder 4 bewezen verklaarde.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
2 (twee) jaren.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: