4.4De beschrijving van deze gang van zaken en de daarop gegeven toelichting volstaat niet ter onderbouwing van het standpunt van [appellanten] c.s. De redenen daarvoor zijn de volgende.
- Het hof begrijpt dat de export naar Suriname verloopt via het bedrijf Niceday Services van [C] (dochter van [B] ). Het aankoopbewijs staat echter op naam van Alles in 1 Services ( [appellante2] ), dat niets met dergelijke export van doen heeft en, anders dan het aankoopbewijs vermeldt, ook geen machines van Bo-Rent heeft gekocht. Daar is geen verklaring voor gegeven.
- Het aankoopbewijs is geantedateerd op 7 december 2015, nu daarin gegevens worden vermeld uit de originele factuur van Bo-Rent van 7 januari 2016 aan Niceday Services. Er is geen plausibele verklaring voor gegeven dat voor de contacten met Suriname niet die echte factuur uit 2016 is gebruikt. De verklaring van [B] tijdens de comparitie dat de klant in Suriname die antedatering wenste, is bij gebrek aan onderbouwing niet geloofwaardig.
- De op het aankoopbewijs vermelde prijs is meer dan twee keer zo hoog als de werkelijke prijs, terwijl het om een opgave van de ene broer aan de andere ging. De verklaring dat in het aankoopbewijs ook de kosten voor zeevracht en invoerrechten zijn begrepen, is niet plausibel. Het aankoopbewijs ziet op een Nederlandse transactie, waarbij kosten voor zeevracht en invoerrechten niet spelen. In het aankoopbewijs is ook alleen een prijs opgenomen voor de twee machines. Elke indicatie voor kosten van zeevracht en invoerrechten ontbreekt.
- Op het aankoopbewijs staat vermeld dat deze nota in 2015 is voldaan. Ook dat duidt niet op een “klad” aankoopbewijs. De verklaring dat dit is gedaan om het aankoopbewijs vergelijkbaar te maken, overtuigt daarbij allerminst. Als het “klad” er inderdaad slechts toe zou dienen om afnemers in Suriname een indruk te geven, valt niet in te zien dat en waarom daar dan valselijk op vermeld zou moeten worden dat de aankoop is voldaan. Bovendien strookt dit ook niet met de verklaring van [B] tijdens de comparitie dat hij er 'betaald' op heeft geschreven, maar dat de deal uiteindelijk door de crisis niet is doorgegaan.
- [B] heeft tegenover de rechtbank verklaard dat het geld uit Suriname uiteindelijk niet is gearriveerd en dat die deal niet is doorgegaan. In hoger beroep is de stelling echter dat de afnemer via Western Union wel geld heeft gestuurd, en dat dit geld voor andere bestellingen in depot is gehouden. Een verklaring voor deze ommezwaai is niet gegeven.
- Aan de dochter van [B] is gevraagd de factuur van Bo-Rent te halen, terwijl het standpunt juist is dat Alles in 1 Services geen machines van Bo-Rent heeft gekocht. Overgelegd is een factuur van Niceday Services aan Alles in 1 Services. Daar ging het volgens [appellanten] c.s. om. Er is geen plausibele verklaring voor gegeven dat niet is gevraagd om die factuur af te leveren.
- Het is onaannemelijk dat de dochter van [B] zich heeft vergist toen zij aan haar neef een 'kladje' meegaf. De stelling is immers dat de dochter van [B] de machines bij Bo-Rent had gekocht en vervolgens aan haar tante had doorverkocht. Zowel de desbetreffende echte factuur van Bo-Rent aan haar bedrijf Niceday Services als het bewijs van doorverkoop aan Alles in 1 Services bevond zich volgens [appellanten] c.s. in de boekhouding. Beide partijen zijn het er bovendien over eens dat het kladje er klungelig en onprofessioneel uitzag.