Uitspraak
[appellant],
Dijkstra,
1.Het geding in eerste aanleg
13 maart 2018 en 7 augustus 2018 die de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, heeft gewezen.
2.Het geding in hoger beroep
22 september 2018;
De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
1 november 2018) wordt vastgesteld op € 800,- inclusief btw per maand, met veroordeling van Dijkstra tot terugbetaling van hetgeen [appellant] in deze periode teveel heeft betaald aan Dijkstra. Het hof stelt vast dat [appellant] uitsluitend tegen deze eindvonniscomponenten van het deelvonnis appel heeft ingesteld en niet ten aanzien van de bewijslevering omtrent het causaal verband tussen de schade aan de oven en de lekkages aan het gehuurde.
voert in dit kader aan dat hij in de veronderstelling leefde dat de lekkages zouden worden verholpen, voordat hij de loods in gebruik zou nemen. Dijkstra stelt zich echter op het standpunt dat hij [appellant] te kennen heeft gegeven dat hij de lekkages pas kon laten verhelpen wanneer hij voldoende financiële middelen had. Het hof leidt hieruit af dat Dijkstra kennelijk bij de aanvang van de huurovereenkomsten al de bedoeling had om de lekkages te (laten) verhelpen.
Het hof is van oordeel dat van [appellant] niet kon worden verlangd dat hij na de verrichte werkzaamheden Dijkstra opnieuw had moeten sommeren om de lekkages te herstellen. Daarvoor is redengevend dat de lekkages blijkens het rapport van DEKRA nimmer deugdelijk zijn hersteld en Dijkstra naar aanleiding van (aanhoudende) klachten van [appellant] bij brief van 5 februari 2015 heeft erkend dat er nog steeds lekkageproblemen waren en daarbij heeft toegezegd dat deze verholpen zouden worden.
6.De slotsom
€ 1.649,00
€ 1.074,-(1 punt x tarief II)
De beslissing
27 augustus 2019.