ECLI:NL:GHARL:2019:6838
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige door de houding en gedrag van de moeder
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 augustus 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de bestreden beschikking van de kinderrechter van 6 maart 2019 aangevochten, waarin de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] was verlengd tot 7 maart 2020. Het hof heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling niet langer voortgezet dient te worden, gezien de omstandigheden en de rapporten van het NIFP. Het hof oordeelt dat de ondertoezichtstelling geen haalbaar doel meer dient, vooral door de verstoorde communicatie tussen de ouders en de negatieve invloed van de moeder op de ontwikkeling van [de minderjarige]. De moeder heeft herhaaldelijk geweigerd om samen te werken met de GI en heeft geen vertrouwen in de hulpverlening. Het hof benadrukt dat het fundamentele recht van elk kind is om contact te hebben met beide ouders, en dat de moeder haar rol hierin niet heeft erkend. De beslissing van het hof houdt in dat de ondertoezichtstelling wordt beëindigd, en dat de moeder verantwoordelijk is voor het herstel van het contact tussen [de minderjarige] en de vader. Het hof adviseert systeemtherapie en individuele hulpverlening voor de moeder om de situatie te verbeteren.