Uitspraak
[appellant],
MKBGroup,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
grieven II tot en met IVzijn dan ook terecht voorgedragen.
grief Ibetoogt [appellant] dat hem huurbescherming toe komt omdat de aanzegging bedoeld onder 3.2 hem niet zou hebben bereikt omdat op het moment dat de deurwaarder het exploot in een gesloten enveloppe in het gehuurde achterliet, hij daar feitelijk niet meer verbleef. Het hof oordeelt dat [appellant] geen belang heeft bij zijn eerst in hoger beroep gedane beroep op huurbescherming aangezien hij zelf heeft aangegeven de huurovereenkomst als geëindigd te beschouwen. Voor zover in zijn beroep besloten ligt dat de kantonrechter had moeten onderzoeken of het deurwaardersexploot van 6 september 2018 hem wel feitelijk had bereikt en voldeed aan de eisen van artikel 7:271 BW verwerpt het hof dat betoog, nu een dergelijk verweer in eerste aanleg niet is gevoerd. Aangezien [appellant] ten tijde van de beoordeling in eerste aanleg het gehuurde niet had ontruimd, heeft de kantonrechter hem terecht veroordeeld om tot ontruiming over te gaan.