Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
Ymere,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een huurder die een klacht indient over een vochtprobleem in zijn huurwoning. Na een negatieve uitspraak van de huurcommissie en de kantonrechter, gaat de huurder in hoger beroep. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden verklaart de huurder echter niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep op basis van het appelverbod zoals vastgelegd in artikel 7:262 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. De huurder had aangevoerd dat de kantonrechter zijn uitspraak ondeugdelijk had gemotiveerd, maar het hof oordeelt dat deze motiveringsklacht niet kan worden aangemerkt als een schending van fundamentele rechtsbeginselen. Het hof wijst erop dat een motiveringsgebrek op zichzelf niet voldoende is om het appelverbod te doorbreken. De huurder had ook betoogd dat de rechtspraak van de Hoge Raad in strijd zou zijn met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), maar het hof verwerpt dit argument. Uiteindelijk wordt de huurder veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.