ECLI:NL:GHARL:2019:6707

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
20 augustus 2019
Publicatiedatum
20 augustus 2019
Zaaknummer
200.204.590/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenbenoeming en gebreken aan een jacht in civiele procedure

In deze tussenuitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gedateerd 20 augustus 2019, staat de deskundigenbenoeming centraal in een civiele procedure tussen [appellant] en De Kranerweerd Jachtmakelaardij B.V. [appellant] heeft een jacht gekocht van De Kranerweerd, maar stelt dat er gebreken aan het schip zijn. Na een eerdere uitspraak van de rechtbank en een comparitie van partijen, heeft het hof besloten om een deskundige te benoemen om de gebreken te onderzoeken. De deskundige moet beoordelen of de door [appellant] aangedragen klachten als gebreken kunnen worden gekwalificeerd en of deze voldoen aan de normen van vakmanschap in de Nederlandse jachtbouw. Het hof heeft de deskundige, [G], benoemd en hem gevraagd om een rapport op te stellen over de gebreken en de kosten van herstel. Het hof heeft ook het voorschot voor de deskundige vastgesteld op € 7.000,-. De zaak is verwezen naar de rol voor een verdere behandeling na het deskundigenrapport.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.204.590/01
(zaaknummer rechtbank Overijssel C/08/170577 / HA ZA 15-224)
arrest van 20 augustus 2019
in de zaak van
[appellant] ,
wonende te [A] ,
appellant,
in eerste aanleg: eiser,
hierna:
[appellant],
advocaat: mr. F.J. Hommersom, kantoorhoudend te Utrecht,
tegen
De Kranerweerd Jachtmakelaardij B.V.,
gevestigd te Zwartsluis,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna:
De Kranerweerd,
advocaat: mr. I.M.F. van Emstede, kantoorhoudend te Amsterdam.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Naar aanleiding van het arrest van 10 april 2018 heeft op 2 november 2018 een comparitie van partijen plaatsgevonden. Een kopie van het hiervan opgemaakte proces-verbaal is aan het dossier toegevoegd. De Kranerweerd en [appellant] hebben daarna een akte genomen, nadat een eerdere akte van [appellant] was geweigerd. Op de laatste akte van [appellant] heeft De Kranerweerd nog met een akte gereageerd. Nadat De Kranerweerd de stukken opnieuw had overgelegd voor het wijzen van arrest, hebben beide partijen zich op verzoek van het hof schriftelijk uitgelaten over de persoon van de hierna te noemen deskundige, de door hem gehanteerde algemene voorwaarden en het door hem begrote voorschot.

2.De vaststaande feiten

2.1
Tussen partijen staan de volgende feiten in hoger beroep vast.
2.2
Op 26 april 2012 heeft [appellant] van De Kranerweerd voor € 500.000,- inclusief 19% btw een Serious Yacht, type: Gently 45 Low Bridge gekocht.
2.3
Door deskundige [B] van (toen nog) Garantex B.V. is naar aanleiding van een onderzoek op 17 oktober 2013 een op 25 oktober 2013 gedateerd expertiserapport opgemaakt naar de staat van en de gebreken aan dit jacht. In zijn rapport heeft [B] na een globaal onderzoek een aantal zaken als een
technisch gebrekrespectievelijk als
leveringsklachtaangemerkt.
2.4
Op 29 november 2013 schrijft de advocaat van [appellant] aan De Kranerweerd dat die partij ondanks diverse verzoeken en sommaties in gebreke is met de nakoming van de overeenkomst, aangezien nog steeds een groot aantal gebreken bestaat:
Ten aanzien van de geconstateerde gebreken en klachten heeft cliënt u ook al geïnformeerd over de wijze van herstel en, ondanks het feit dat u mondeling al diverse malen heeft toegezegd het één en ander in orde te zullen maken, is dit nog steeds niet gebeurd. (…)
Hierdoor sommeer ik u mij in ieder geval binnen 2 weken na dagtekening van deze brief te hebben bericht dat u aansprakelijkheid terzake bovengenoemde gebreken erkent, en mij ook te hebben bericht op welke wijze en binnen welke termijn u de problemen/gebreken/klachten terzake gaat oplossen.
Voor de goede orde wordt u hierbij in gebreke gesteld en sommeer ik u tot correcte nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst (…).
2.5
In een brief van 6 december 2013 is (mede namens De Kranerweerd) een deel van de aangevoerde gebreken erkend en een deel betwist. Daarna, op 31 januari 2014, herinnert de advocaat van [appellant] De Kranerweerd eraan dat in december en januari een opsomming van de gebreken is gemaild zoals die zijn geconstateerd na het opmaken van het expertiserapport van Garantex. Ook wordt opgemerkt dat al drie keer besprekingen hebben plaatsgehad waarbij de gebreken aan het schip aan de orde zijn gesteld, dat evenzovele malen is toegezegd dat aan de gebreken zou worden gewerkt c.q. deze zouden worden opgelost, maar dat al deze toezeggingen loze toezeggingen blijken te zijn geweest. De advocaat:
Hiermee constateer ik dat u niet heeft voldaan aan mijn sommatie/ingebrekestelling en dat u terzake dan ook in verzuim bent.
2.6
In opdracht van de oorspronkelijk medegedaagde partij [C] is op 12 september 2014 door [D] van Selles & van Dijk Experts een ‘2e Rapport van Expertise’ opgesteld. Hierin is de volgende samenvatting opgenomen.
Zoals al in de toelichting en deels ook in de beantwoording per item is aangegeven, zijn wij van mening dat een groot aantal van de door wederpartij aangegeven klachten terug te voeren is op enerzijds een onjuiste of onvolledige voorstelling van de uiteindelijke resultaten door wederpartij, anderzijds een onvolledige omschrijving of vastlegging van de specificaties van de diverse systemen aan boord door beide partijen. Wij duiden hier onder meer op de generatorset, de spudpaal-installatie, verwarmingssysteem enzovoorts. Zodoende betreffen de claims van wederpartij in veel gevallen mogelijk alternatieve uitvoeringen, verbeteringen of verfraaiingen, doch is er van een wezenlijk gebrek of tekortkoming (…) geen sprake.
2.7
[appellant] heeft uiteindelijk nogmaals de volgens hem nog steeds bestaande gebreken voorgelegd aan [B] (inmiddels: CED-expertisebureau). Dit rapport van expertise is gedateerd 3 februari 2015 en luidt, voor zover van belang, als volgt.

2.Inleiding

Voorgeschiedenis
In 2013 hebben wij een schadeclaim in behandeling genomen namens Unigarant verzekeringen. Tijdens ons bezoek aan boord van de EDAV in 2013 hebben wij diverse technische gebreken vastgelegd waarvan wij rapport hebben opgemaakt.
Naast onze lijst met gebreken hebben wij een aantal geclaimde gebreken beoordeeld maar die niet opgenomen als ‘gebrek’ maar als ‘klacht’. Wij konden niet van alle klachten beoordelen of zij terecht waren, maar voor een gerenommeerde jachtbouwer zouden die punten naar onze mening wel moeten worden besproken en/of opgelost.
Nieuwe opdracht
Op 20 januari 2015 ontvingen wij opdracht van de heer [appellant] om een aantal klachten en gebreken te beoordelen. Geen van de door ons genoemde gebreken of klachten uit 2013 bleken te zijn opgelost. Daarnaast bleek er een fors aantal nieuwe klachten en gebreken aan het licht te zijn gekomen. Op 20 januari 2015 ontvingen wij een overzicht met klachten en gebreken van de heer [appellant] met het verzoek daar per punt een mening over te geven.

3.Onderzoek klachten en gebreken

Op 2 oktober 2014 heeft expertisebureau Selles & van Dijk experts de lijst met klachten van de heer [appellant] al aan boord onderzocht. Wij ontvingen twee documenten met bevindingen van het expertisebureau (…)
- Puntsgewijze reactie op de gebrekenlijst van verzekerde.
-
(2e) Rapport van expertise.
Daarnaast ontvingen wij een CD met een groot aantal onderbouwende foto’s en documenten van de heer [appellant] .
Beoordelingskaders Selles & van Dijk
Als expertisebureau namens de werf heeft Selles & van Dijk de lijst met klachten en gebreken uitsluitend getoetst aan onder andere de CE normeringen, bouwvoorschriften en beschikbare bouwbestekken. Klachten die niet strijdig waren met de regels of gebruikelijke bouwvoorschriften werden als ‘geen gebrek’ gerapporteerd.
Beoordelingskaders CED expertises
Als expert namens koper hebben wij naast de toetsing aan de voornoemde ‘strakke’ criteria de lijst met klachten en gebreken ook getoetst aan andere kaders en richtlijnen.
Zoals:
-
Technische en cosmetische afwerkingsgraad.
-
Vaar-, leef- en gebruikscomfort, te verwachten bij een luxe jacht van deze prijs.
-
Morele verplichtingen van een bouwer van een product van deze waarde.
-
Conformiteit, servicegerichtheid, overlegstructuur, ontwerp en bestekeisen.
-
Nauwgezetheid van handboeken, documentaties en ontwerpen.
Op basis van de beschikbare informatie hebben wij een overzicht opgesteld (bijlage3).
Hierin zijn in korte vorm de bevindingen van beide experts op rij gezet.

4.Conclusie en advies

-
Een aantal gebreken en klachten zijn gegrond verklaard door beide experts.
-
Over een aantal zaken bestaat verschil van inzicht vanwege het toepassen van verschillende toetsingscriteria.
-
Over een aantal zaken bestaat een verschil van inzicht.
De door beide experts vastgestelde gebreken zouden direct moeten worden opgelost.
(…)
2.8
Bij het rapport is als bijlage een inventarisatie van klachten en gebreken gevoegd. Op die lijst zijn de door [B] geïnventariseerde klachten van [appellant] opgenomen, genummerd 1 tot en met 53. Op deze lijst heeft [B] (onder 'CED') aangegeven wat naar zijn mening moet worden beschouwd als een
gebreken wat moet worden beschouwd als een
klacht. Een gebrek is door hem gedefinieerd als een
technisch gebrek getoetst aan bouwvoorschriften of CE. Een klacht is door hem gedefinieerd als
een klacht van koper, arbitrair (afhankelijk van toetsingscriteria) of dit als gebrek te beschouwen is. Op de inventarisatie is ook aangegeven op welke punten Selles & van Dijk in het 2e Rapport van Expertise de door [appellant] gestelde tekortkoming heeft gekwalificeerd als ‘
gebrek’dan wel ‘
geen gebrek’.
3.
De vordering in eerste aanleg, de beslissing van de rechtbank en de vordering in hoger beroep
3.1
[appellant] heeft in eerste aanleg, voor zover in hoger beroep van belang, het volgende gevorderd, zakelijk weergegeven.
Primair
Uit te spreken de gedeeltelijke ontbinding van de tussen partijen gesloten overeenkomst;
De Kranerweerd te veroordelen tot een bedrag ten titel van schadevergoeding uit hoofde van de aan deze toerekenbare tekortkoming, bestaande uit de kosten gemoeid met de werkzaamheden om het schip alsnog te laten beantwoorden aan de tussen partijen gesloten overeenkomst, althans de staat welke [appellant] in deze had mogen verwachten, nader op te maken bij staat en vast te stellen volgens de wet;
De Kranerweerd te veroordelen tot een bedrag ten titel van ongerechtvaardigde verrijking met betrekking tot het teakdek ter hoogte van € 3.075,04, te vermeerderen met de wettelijke rente;
De Kranerweerd te veroordelen tot betaling van schadevergoeding ten titel van kosten ex 6:96 BW, te weten een bedrag ad € 4.252,76, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Subsidiair
De gevolgen van de koopovereenkomst te wijzigen in dier voege dat de door [appellant] verschuldigde kooprijs wordt verminderd met een bedrag, op te maken bij staat en vast te stellen volgens de wet, bestaande uit de kosten gemoeid met de werkzaamheden om het schip alsnog te laten beantwoorden aan de tussen partijen gesloten overeenkomst, althans de staat welke [appellant] had mogen verwachten;
De Kranerweerd te veroordelen tot een bedrag ten titel van ongerechtvaardigde verrijking met betrekking tot het teakdek ter hoogte van € 3.075,04, te vermeerderen met de wettelijke rente;
De Kranerweerd te veroordelen tot betaling van schadevergoeding ten titel van kosten ex 6:96 BW, te weten een bedrag ad € 4.252,76, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Meer subsidiair
De Kranerweerd te veroordelen tot het op haar kosten deugdelijk doen herstellen/uitvoeren van de onderwerpen zoals in de conclusie van repliek (randnummer 83) omschreven en waar nodig gecompleteerd conform de rapportage van de deskundige de heer [B] onder de nummers 1 t/m 53, danwel een deskundige te benoemen die het schip zal onderzoeken teneinde de bevindingen van de deskundige [B] te toetsen;
De Kranerweerd te veroordelen tot het op haar kosten herstellen van de alsdan vastgestelde onderwerpen binnen een termijn als door de rechtbank redelijk wordt beoordeeld, met het opnemen van een dwangsom wanneer De Kranerweerd in gebreke blijft binnen de door de rechtbank gestelde termijn alle werkzaamheden uit te voeren;
De Kranerweerd te veroordelen in de kosten van het deskundigenonderzoek en reeds nu voor alsdan te bepalen dat De Kranerweerd veroordeeld wordt in de kosten van de deskundige gemoeid met het toetsen/begeleiden van de door De Kranerweerd uit te voeren herstelwerkzaamheden;
Reeds nu voor alsdan te bepalen dat, wanneer De Kranerweerd ondanks dwangsomoplegging in gebreke blijft de werkzaamheden uit te voeren waartoe zij is veroordeeld, de gedeeltelijke ontbinding van de tussen partijen gesloten overeenkomst uit te spreken en De Kranerweerd te veroordelen tot betaling van schadevergoeding, nader op te maken bij staat en vast te stellen volgens de wet, bestaande uit de kosten welke derden in rekening zullen brengen om alsnog de betreffende werkzaamheden deugdelijk uit te voeren;
De Kranerweerd te veroordelen tot een bedrag ten titel van ongerechtvaardigde verrijking met betrekking tot het teakdek ter hoogte van € 3.075,04, te vermeerderen met de wettelijke rente;
De Kranerweerd te veroordelen tot betaling van schadevergoeding ten titel van kosten ex 6:96 BW, te weten een bedrag ad € 4.252,76, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2
De rechtbank heeft De Kranerweerd in het eindvonnis veroordeeld om aan [appellant] € 3.755,04 met wettelijke rente te betalen en, onder verbeurte van een dwangsom, de als gebrek aangeduide gebreken te herstellen. Voor het overige is de vordering afgewezen.
3.3
In hoger beroep vordert [appellant] vernietiging van de proceskostenveroordeling in het vonnis in het incident van 25 november 2015 en vernietiging van het afwijzende deel van het eindvonnis van 30 maart 2016. Het volgende wordt in plaats daarvan gevorderd, zakelijk weergegeven.
Primair
Uit te spreken de gedeeltelijke ontbinding van de tussen partijen gesloten overeenkomst met betrekking tot de hierna te noemen onderdelen/nummers;
- Meer specifiek ten aanzien van de onderwerpen welke in bijlage 3 van de rapportage van CED/ [B] weliswaar zijn opgenomen maar niet als gebrek werden gekwalificeerd en door expert [E] in zijn rapportage BJ 16.052.10 als gebrek zijn benoemd onder de nummers 2a, 5a, 5b, 6a, 6b, 8a, 8b, 10, 11a, 12a, 12b, 13, 14, 16a, 16b, 17a, 21, 22, 25, 29, 31a, 32, 33, 38, 44, 45, 48, 49,50,52;
- Voorts De Kranerweerd, te veroordelen tot een bedrag ten titel van schadevergoeding uit hoofde van de aan deze toerekenbare tekortkoming, bestaande uit de kosten gemoeid met de werkzaamheden om het schip alsnog te laten beantwoorden aan de tussen partijen gesloten overeenkomst, althans de staat welke eiser in deze had mogen verwachten, nader op te maken bij staat en vast te stellen volgens de wet;
- Voorts De Kranerweerd, te veroordelen tot betaling van het aldus vastgestelde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot die der algehele voldoening:
- Met betrekking tot onderdeel 24, het flexiteek De Kranerweerd te veroordelen tot betaling van vervangende schadevergoeding in de hoogte van € 25.835,00 dan wel een nader in goede justitie te bepalen bedrag;
- Dan wel een deskundige te benoemen die het schip zal onderzoeken teneinde de bevindingen van expert [E] onder bovengenoemde nummers te toetsen;
- Voorts De Kranerweerd, te veroordelen tot betaling van schadevergoeding ten titel van kosten ex artikel 6:96 BW, te weten een bedrag ad. € 2.765,26 en € 807,50 zijnde € 3.552,76 ten titel van kosten rechtsbijstand, vanaf de dag der dagvaarding, alsmede een bedrag ad. € 4.068,65 ten titel van expertisekosten van de zijde van de heer [E] , vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van deze memorie, dan wel De Kranerweerd te veroordelen tot een bedrag door u gerechtshof in goede justitie te bepalen.
Subsidiair
De gevolgen van de koopovereenkomst te wijzigen in dier voege dat de door eiser verschuldigde koopprijs wordt verminderd met een bedrag nader op te maken bij staat en vast te stellen volgens de wet, bestaande uit de kosten gemoeid met de werkzaamheden om het schip alsnog te laten beantwoorden aan de tussen partijen gesloten overeenkomst, althans de staat welke eiser in deze had mogen verwachten met betrekking tot de hierna te noemen onderdelen/nummers;
- Meer specifiek ten aanzien van de onderwerpen welke in de rapportage van CED/ [B] weliswaar zijn opgenomen maar niet als gebrek werden gekwalificeerd en door expert [E] in zijn rapportage BJ16.052.10 als gebrek zijn benoemd onder de nummers 2a, 5a, 5b, 6a, 6b, 8a, 8b, 10, 11a, 12a, 12b, 13, 14, 16a, 16b, 17a, 21, 22, 25, 29, 31a, 32, 33, 38, 44, 45, 48, 49, 50, 52;
- Dan wel een deskundige te benoemen die het schip zal onderzoeken teneinde de bevindingen van expert [E] onder bovengenoemde nummers toetsen en De Kranerweerd te veroordelen in de kosten van het deskundigenonderzoek;
- Voorts De Kranerweerd, te veroordelen tot betaling van het aldus vastgestelde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot die der algehele voldoening;
- Met betrekking tot onderdeel 24, het flexiteek te bepalen dat de koopprijs met betrekking tot dit onderdeel leidt tot een vermindering in de hoogte van € 25.835,00 dan wel een nader in goede justitie te bepalen bedrag;
- Voorts De Kranerweerd, te veroordelen tot betaling van schadevergoeding ten titel van kosten ex artikel 6:96 BW, te weten een bedrag ad. € 2.765,26 en € 807,50 zijnde € 3.552,76 ten titel van kosten rechtsbijstand, vanaf de dag der dagvaarding, alsmede een bedrag ad. € 4.068,65 ten titel van expertisekosten van de zijde van de heer [E] , vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van deze memorie, dan wel De Kranerweerd te veroordelen tot een bedrag door het gerechtshof in goede justitie te bepalen.
Meer subsidiair
De Kranerweerd te veroordelen tot het op haar kosten deugdelijk doen herstellen/uitvoeren van de onderwerpen:
- Meer specifiek ten aanzien van de onderwerpen welke in de rapportage van CED/ [B] weliswaar zijn opgenomen maar niet als gebrek werden gekwalificeerd en door expert [E] in zijn rapportage BJ 16.052.10 als gebrek zijn benoemd onder de nummers 2a, 5a, 5b, 6a, 6b, 8a, 8b, 10, 11a, 12a, 12b, 13, 14, 16a, 16b, 17a, 21, 22, 25, 29, 31a, 32, 33, 38, 44, 45, 48, 49, 50, 52;
- Dan wel een deskundige te benoemen die het schip zal onderzoeken teneinde de bevindingen van expert [E] onder bovengenoemde nummers te toetsen en De Kranerweerd te veroordelen in de kosten van het deskundigenonderzoek;
- De Kranerweerd te veroordelen tot het op haar kosten herstellen van de alsdan vastgestelde onderwerpen binnen een termijn als door het hof als redelijk wordt beoordeeld, met het opnemen van een dwangsom, eveneens door het hof in goede justitie te bepalen, wanneer De Kranerweerd in gebreke blijft om binnen de door het hof gestelde termijn alle werkzaamheden te hebben uitgevoerd waartoe zij door het hof is veroordeeld;
- Een deskundige te benoemen als bouwbegeleider teneinde in de loop van de gang van zaken de herstelwerkzaamheden te toetsen en reeds nu voor alsdan te bepalen dat deze deskundige bij wege van bindend advies, bij eventueel geschil van mening over de wijze van uitvoering, zal bepalen hoe de herstelwerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd;
- Reeds nu voor alsdan te bepalen dat De Kranerweerd ook veroordeeld wordt in de kosten van de deskundige, gemoeid met het toetsen/begeleiden van de door De Kranerweerd uit te voeren (herstel)werkzaamheden;
- Voorts reeds nu voor alsdan te bepalen dat, wanneer De Kranerweerd ondanks dwangsomoplegging in gebreke blijft de werkzaamheden uit te voeren waartoe zij is veroordeeld, de gedeeltelijke ontbinding van de tussen partijen gesloten overeenkomst wordt uitgesproken, namelijk ten aanzien van die onderwerpen waartoe uw Hof heeft geoordeeld dat deze als aan De Kranerweerd toerekenbare tekortkoming kwalificeren en De Kranerweerd te veroordelen tot betaling van schadevergoeding, nader op te maken bij staat en vast te stellen volgens de wet. bestaande uit de kosten welke derden in rekening zullen brengen om alsnog de betreffende werkzaamheden deugdelijk uit te voeren:
- Met betrekking tot onderdeel 24. het flexiteek De Kranerweerd te veroordelen tot betaling van vervangende schadevergoeding in de hoogte van € 25.835.00 dan wel een nader in goede justitie te bepalen bedrag;
- Voorts De Kranerweerd. te veroordelen tot betaling van schadevergoeding ten titel van kosten ex artikel 6:96 BW. te weten een bedrag ad. € 2.765.26 en € 807.50 zijnde € 3.552.76 ten titel van kosten rechtsbijstand, vanaf de dag der dagvaarding, alsmede een bedrag ad. € 4.068,65 ten titel van expertisekosten van de zijde van de heer [E] , vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van deze memorie, dan wel De Kranerweerd te veroordelen tot een bedrag door het gerechtshof in goede justitie te bepalen.
Zowel primair, subsidiair als meer subsidiair:
- De Kranendonk te veroordelen in de kosten van de procedure in eerste aanleg en deze procedure;
- Tevens, reeds nu voor alsdan, De Kranendonk te veroordelen tot betaling van de nakosten en wettelijke rente.

4.De verdere beoordeling van de grieven en de vordering

Klachten die niet als gebrek zijn aangemerkt
4.1
Na de comparitie zijn beide partijen in de gelegenheid gesteld om bij een naderhand te nemen akte vragen aan (een) deskundige(n) te formuleren en zich uit te laten over de persoon/personen, hoedanigheden en relevante kwaliteiten van deze mogelijk door het hof te benoemen deskundige(n), zijn (hun) bereikbaarheid (adressen, telefoonnummers en e-mailadressen), de marges waarbinnen het loon mag of moet liggen (waaronder de maximale hoogte daarvan) en de verdere (algemene) voorwaarden waaronder de opdracht aan de deskundige(n) zou moeten worden verstrekt.
4.2
Het hof heeft partijen ook verzocht tijdig met elkaar in overleg te treden over in ieder geval de persoon of personen van de te benoemen deskundige(n) en zo mogelijk gezamenlijk een persoon of personen voor te dragen. Voor het geval zij niet zouden slagen in een gezamenlijke voordracht, is verzocht in te gaan op de door de wederpartij voor te dragen persoon of personen en op eventuele bezwaren tegen benoeming van bepaalde personen, dan wel mee te delen dat zij zich op dit punt refereren aan het oordeel van het hof.
4.3
De reden hiervoor is kort gezegd dat voor de verdere beoordeling van het geschil voorshands beslissend werd geoordeeld of en in hoeverre De Kranerweerd ter zake van de als klacht (of anderszins) aangeduide punten in bijlage 3 van CED ( [B] ) is tekortgeschoten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de stellingen van [appellant] in dat opzicht onvoldoende zijn onderbouwd, omdat die punten niet (ook niet door S&D) als een gebrek zijn gekwalificeerd. [appellant] heeft tegen dat oordeel gegriefd. Het hiervoor genoemde verzoek is gedaan omdat het hof voorzag dat deze grief mogelijk zou slagen. Daarover - en over andere grieven - oordeelt het hof nu als volgt.
Problemen met de vordering (grief VIII)
4.4
[appellant] heeft kort gezegd primair vervangende schadevergoeding gevorderd ter zake van de hierna opgesomde, door [B] als klacht aangeduide punten (vergelijk Memorie van Grieven 52). Een dergelijke vordering is onverenigbaar met de primair op dezelfde feitelijke grondslag gevorderde gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst. Als vast komt te staan dat ook in dit opzicht sprake is van tekortkomingen, zal het hof daarom de gevorderde ontbinding afwijzen.
De vraag of [appellant] in verzuim is gekomen (grief V, VI en VII)
4.5
Als komt vast te staan dat De Kranerweerd ten aanzien van een of meerdere 'klachten' is tekortgeschoten, is zij ten aanzien daarvan in verzuim gekomen, omdat zij tot op heden heeft bestreden dat in dat opzicht van tekortkomingen sprake is geweest. [appellant] heeft uit de mededelingen van De Kranerweerd daarover moeten afleiden dat die partij in zoverre in de nakoming van de verbintenis zou tekortschieten. Als deze tekortkomingen komen vast te staan, is om die reden het verzuim ten aanzien daarvan zonder ingebrekestelling ingetreden.
Het flexiteek (eiswijziging; nummer 24 op de lijst)
4.6
[appellant] heeft in eerste aanleg gesteld dat hij € 3.075,04 teveel heeft betaald voor het leggen van kunststof teak in de open kuip. De rechtbank heeft die vordering toegewezen, omdat De Kranerweerd haar verweer op dit punt onvoldoende had onderbouwd.
4.7
In hoger beroep wordt aangevoerd dat dit teakdek ondeugdelijk is en wordt vervangende schadevergoeding gevorderd tot een bedrag van € 25.835,-. Daarbij beroept [appellant] zich op een offerte van de firma Jareno (productie 28 bij de Memorie van Grieven).
4.8
De Kranerweerd heeft ter verdediging aangevoerd dat [appellant] juist haar advies heeft genegeerd te kiezen voor het door Jareno geleverde permateek omdat dat veel te duur zou zijn. Dat neemt niet weg dat De Kranerweerd de gebrekkige kwaliteit van de wel geleverde vloer niet bestrijdt en uiteindelijk heeft toegezegd dat zij de kosten van vervanging zou voldoen.
4.9
Het hof zal de te benoemen deskundige (zie hierna) vragen de kosten te begroten die zijn gemoeid met vervanging van het aangebrachte flexteek (dus niet van mogelijk duurdere varianten).
Het hof heeft behoefte aan beoordeling door een deskundige (grief III)
4.1
[appellant] handhaaft zijn standpunt dat De Kranerweerd ook is tekortgeschoten ten aanzien van de door [B] als klacht aangeduide punten. Ten onrechte heeft de rechtbank volgens hem ter zake daarvan geen deskundigenoordeel gevraagd. Ter nadere onderbouwing beroept hij zich op de rapportage van [E] Expertisebureau. Naar het oordeel van het hof zijn de stellingen van [appellant] daarmee alsnog afdoende onderbouwd, voor zover [E] concludeert dat sprake is van gebreken. Het gaat daarbij blijkens de in de memorie van grieven weergegeven tabel om de onderdelen 5a, 6a, 6b, 8a, 10, 11a, 12a, 12b, 13, 14, 16a, 16b, 17a, 21, 25, 29, 32, 33, 38, 45, 48, 50 en 52.Voor zover [E] net als [B] spreekt van een klacht of niet tot een beoordeling is gekomen, strandt de vordering van [appellant] net als in eerste aanleg op een gebrek aan deugdelijke onderbouwing (onderdelen 2a, 5b, 5e, 22, 31a, 44, 47 en 49, waarvan 5e en 47 overigens niet in de vordering zijn opgenomen). Onderdeel 40 is wel door [E] als gebrek aangeduid, maar is ook niet in de vordering opgenomen.
4.11
De stellingen van [appellant] zijn door De Kranerweerd in hoger beroep deugdelijk bestreden (zie met name productie 7 bij memorie van Antwoord). Omdat het hof zich bij deze stand van zaken geen gemotiveerd oordeel kan vormen, zal een deskundigenbericht worden gelast. Zoals gezegd, zijn beide partijen al in de gelegenheid gesteld zelf vragen te formuleren en zich uit te laten over de door het hof voorgestelde vragen, over de personen, hoedanigheden en relevante kwaliteiten van de te benoemen deskundige et cetera.
4.12
De Kranerweerd heeft voorgesteld onderzoek te doen aan de hand van (a) de tussen partijen gesloten koopovereenkomst, de eventueel daarbij behorende bouw- / constructietekeningen dan wel het daarbij behorende bestek en (b) de tussen partijen aantoonbaar nader gemaakte afspraken welke van de in bijlage 3 CED genoemde 53 items als een gebrek in de uitvoering van de overeenkomst dient te worden gekwalificeerd. Het hof leest hierin geen vragen, en zal om die reden aan dit voorstel voorbij gaan.
4.13
[appellant] merkt terecht op dat de deskundige dient te beoordelen of het uitgevoerde werk beantwoordt aan de huidige normen en eisen op het gebied van vakmanschap in de Nederlandse jachtbouw en of (in hoeverre) het uitgevoerde werk voldoet aan wat de opdrachtgever van een professionele Nederlandse jachtwerf in dit segment had mogen verwachten. Hierbij wordt rekening gehouden met de leeftijd van het vaartuig in het kader van mogelijke en onmogelijke aanpasbaarheid en bereikbaarheid en met de relatie tussen prijs en kwaliteit.
4.14
Anders dan [appellant] suggereert, zal het hof geen oordeel vragen over de inmiddels uitgevoerde herstelwerkzaamheden, omdat die geen onderdeel van dit geschil uitmaken. Dat neemt niet weg dat partijen er verstandig aan zouden doen ook daarover - maar geheel los van de in dit arrest gegeven opdracht - bij wijze van bindend advies vragen aan de deskundige te stellen.
4.15
Het hof zal de deskundige de vragen stellen die hierna in het dictum worden geformuleerd.
4.16
Partijen gaat uit van benoeming van een of twee deskundigen - in dat laatste geval zonder dat door die deskundigen een derde deskundige wordt aangewezen. Daarin zal het hof hen niet volgen, omdat bij verschil van mening tussen twee deskundigen geen meerderheidsstandpunt tot stand kan komen, en omdat ook geen aanleiding bestaat om aan twee deskundigen ieder verschillende onderzoeksvragen te stellen. Gelet op de aard van het geschil kan met benoeming van een enkele deskundige worden volstaan.
4.17
De Kranerweerd heeft als deskundige voorgedragen [F] (eigenaar van Waterman Marine Consultancy Superyachts). [appellant] bestrijdt dat deze deskundige voldoende relevante ervaring heeft en over de vereiste certificering beschikt. Hij stelt zelf de benoeming voor van [G] (Nautisch Adviesbureau [G] ) of [H] (expert pleziervaartuigen).
4.18
Het hof zal op grond van de daaromtrent gevoerde discussie en de overgelegde bescheiden overgaan tot benoeming van [G] . Tegen de door hem gehanteerde algemene voorwaarden zijn geen bezwaren opgevoerd.
4.19
Volgens de hoofdregel van artikel 195 Rv moet [appellant] als eisende partij het voorschot dragen. Dat voorschot zal worden bepaald op het door de deskundige begrote bedrag van € 7.000,- (incl. btw). [appellant] heeft weliswaar twijfels geuit over de hoogte van dat bedrag (althans de te besteden uren), maar verwijst tegelijkertijd naar vergelijkbare kosten die hij in het kader van het door hemzelf verrichte onderzoek heeft gemaakt. Daarmee
komen de bezwaren het hof onvoldoende onderbouwd voor. Het voorschot kan ook niet om andere redenen als te hoog worden ingeschat.
Proceskosten in het incident (grieven I en II)
4.2
[appellant] heeft met een beroep op het bepaalde in artikel 843a Rv inzage gevraagd in de processtukken in een procedure die is gevoerd tussen De Kranerweerd en Dreamwell (de leverancier van het Flexteek). Die vordering is bij gebrek aan belang afgewezen. [appellant] is in dit incident veroordeeld in de proceskosten. In de eerste grief merkt [appellant] op dat hij deze provisionele vordering intrekt. Hij houdt echter vol dat hij indertijd wel belang bij zijn vordering had, en komt daarom op tegen de proceskostenveroordeling.
4.21
Deze grieven stranden bij gebrek aan een inhoudelijke onderbouwing.
De beslissing
Het hof, recht doende in hoger beroep:
benoemt tot deskundige de heer
[G], Nautisch Adviesbureau [G] ,
[a-straat 1] , [I] , tel: [00000] , mobiel: [00001] , fax: [00002] , [G] @xs4all.nl, www. [G] .nl.
om een onderzoek in te stellen en schriftelijk bericht uit te brengen omtrent de volgende vragen:
- beantwoorden de door [E] in de onderdelen 5a, 6a, 6b, 8a, 10, 11a, 12a, 12b, 13, 14, 16a, 16b, 17a, 21, 25, 29, 32, 38, 45, 48, 50 en 52 als gebrek aangeduide punten aan de huidige normen en eisen op het gebied van vakmanschap in de Nederlandse jachtbouw en aan wat de opdrachtgever van een professionele Nederlandse jachtwerf in dit segment had mogen verwachten?
- zo nee, welke kosten zijn gemoeid met het herstel van die gebreken?
- welke kosten zijn gemoeid met de vervanging van het teakdek?
- geeft het onderzoek overigens nog aanleiding tot het maken van opmerkingen, die in verband met de beslissing van dit geschil van belang zouden kunnen zijn?;
bepaalt dat de deskundige tijdens het onderzoek partijen in de gelegenheid zal stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen en dat daarvan uit het schriftelijk bericht zal blijken;
bepaalt dat de deskundige een concept-deskundigenbericht aan partijen zal toesturen en partijen in de gelegenheid zal stellen op dat concept te reageren alvorens een definitief bericht uit te brengen. In het definitieve deskundigenbericht zal de deskundige de reacties van partijen op het concept bespreken;
bepaalt dat [appellant] aan de deskundige een kopie van het volledige procesdossier ter beschikking zal stellen;
beveelt partijen om aan de deskundige alle door deze gewenste inlichtingen te verstrekken;
bepaalt dat de deskundige het ondertekende deskundigenbericht vóór 24 december 2019 toestuurt aan de griffie van dit hof (Postbus 1704, 8901 CA Leeuwarden);
bepaalt het voorschot van de kosten van de deskundige op € 7.000,- (incl. btw);
bepaalt dat [appellant] het voorschot dient te betalen, conform de nota met betaalinstructies die [appellant] zal ontvangen van het Landelijke Dienstencentrum voor de Rechtspraak;
bepaalt dat dit voorschot binnen vier weken na dagtekening van de nota van het Landelijk Dienstencentrum moet zijn voldaan;
bepaalt dat de deskundige niet met het onderzoek zal starten voordat de griffier heeft laten weten dat het voorschot is betaald;
bepaalt dat de deskundige zich - door tussenkomst van de griffie - met vragen en opmerkingen zal wenden tot mr. Zandbergen, die hierbij wordt benoemd tot raadsheer-commissaris;
draagt de griffier op een afschrift van dit arrest aan de deskundige te verzenden;
verwijst de zaak naar de rol van 21 januari 2020 voor gelijktijdige memorie na deskundigenrapport aan de zijde van beide partijen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mr. M.W. Zandbergen, mr. W.P.M. ter Berg en mr. H.M. Fahner en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 20 augustus 2019.