Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verder te noemen: de vader,
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de beëindiging van het gezag van de ouders over hun dochter, geboren in 2010. De ouders, die gezamenlijk belast waren met het gezag, waren in hoger beroep gekomen van een eerdere beschikking van de rechtbank Overijssel, waarin het gezag was beëindigd en de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (GI) tot voogd was benoemd. De moeder en vader hebben hun relatie in november 2017 verbroken en de minderjarige heeft sinds 30 juni 2015 onder toezicht gestaan en is uit huis geplaatst. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder, ondanks haar huidige zorg voor een andere dochter, niet in staat is om de verantwoordelijkheid voor de minderjarige op zich te nemen, gezien haar persoonlijke problematiek en de ernstige signalen van kindermishandeling in het verleden. Het hof concludeert dat de beëindiging van het gezag van de moeder in het belang van de minderjarige is, die in haar ontwikkeling ernstig wordt bedreigd. Het hof bekrachtigt de eerdere beschikking van de rechtbank en verklaart de ouders niet-ontvankelijk in hun verzoek in hoger beroep voor zover het betreft de beëindiging van het gezag van de vader.