[verzoekster] heeft hierop bij e-mail van 26 september 2018 aan de heer [C] en
mevrouw [E] bericht dat [F] weliswaar heeft meegedeeld vanuit het nu
te willen werken, maar niet kan garanderen dat gebeurtenissen uit het verleden niet toch weer aangekaart zullen worden en dat dit haar heeft doen besluiten om nog even niet het
viergesprek aan te gaan. [verzoekster] schrijft voorts dat de eerste twee mediationtrajecten haar
emotioneel zodanig hebben belast, dat zij zich genoodzaakt zag om een paar maanden rust te
nemen en dat het plan om weer met zijn allen om tafel te gaan zitten, dusdanige gevoelens
van onrust en onveiligheid bij haar heeft opgewekt, dat zij heeft moeten besluiten dat zij dit
gesprek "nog niet" aangaat. [verzoekster] schrijft verder dat zij zich wil blijven inzetten voor SWW, het secretariaat en een goede verstandhouding met haar collega's en dat het kan zijn dat zij over een paar weken of maanden wel zo ver is dat zij een viergesprek aan kan.
[verzoekster] schrijft daarnaast in haar e-mail onder meer nog het volgende.
"Ik begrijp dat je deze ongewenste situatie m.b.t. de samenwerkingsproblemen zo snel
mogelijk opgelost wilt hebben. Maar ik hoop dat je ook begrip kunt opbrengen voor mij en mijn besluit.
Een goede manier om deze situatie op te lossen heb ik ook niet voor handen.
Toch wil ik jou meegeven dat ook ik deze situatie nog liever vandaag opgelost zie dan morgen.
Ik heb er begrip voor wanneer jij niet kunt wachten totdat ik zover ben dat ik met mijn
collega's om de tafel kan gaan zitten om te kijken hoe we in gezamenlijkheid tot een goede
oplossing komen.
Mocht dit het geval zijn, dan ben ik bereid om mijn uren secretariaat neer te leggen en in de
toekomst alleen maar mijn uren achter de receptie te gaan invullen."