Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 2 maart 2017 tot en met 12 mei 2017 te [plaats] , al dan niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een (bedrijfs)pand gelegen op/aan de [adres] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 504 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, zulks terwijl verdachte van het plegen van dit misdrijf als zijn beroep of als een bedrijf heeft uitgeoefend, terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten 300 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan;
hij in of omstreeks de periode van 2 maart 2017 tot en met 12 mei 2017 te [plaats] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (bedrijfs)pand aan de [adres] heeft weggenomen (een) hoeveelheid/hoeveelheden elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Liander N.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen elektriciteit onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking (verbreken/forceren van verzegeling van de meterkast en/of het 'buiten de meter om' aanbrengen van een stroomaansluiting onder zijn bereik heeft gebracht.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
hij in
of omstreeksde periode van 2 maart 2017 tot en met 12 mei 2017 te [plaats] ,
al dan niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf,opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt
en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een (bedrijfs)pand gelegen
op/aan de [adres] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 504 hennepplanten,
althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, zulks terwijl verdachte van het plegen van dit misdrijf als zijn beroep of als een bedrijf heeft uitgeoefend, terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten 300 hennepplanten,
althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan;
hij in
of omstreeksde periode van 2 maart 2017 tot en met 12 mei 2017 te [plaats] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in
/uiteen (bedrijfs)pand aan de [adres] heeft weggenomen
(een
)hoeveelheid
/hoeveelhedenelektriciteit,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan Liander N.V.,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,waarbij verdachte
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/ofdie weg te nemen elektriciteit onder zijn bereik heeft gebracht door middel van
braak en/ofverbreking (verbreken
/forcerenvan verzegeling
van de meterkasten/of het 'buiten de meter om' aanbrengen van een stroomaansluiting) onder zijn bereik heeft gebracht;
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis.