Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
- onvoldoende functioneren;
- moeizame samenwerking met collega’s en leidinggevenden;
- geen vertrouwen in een hernieuwde verbeterde samenwerking.
)
1. Tussen jou en [bedrijf B] is een arbeidsovereenkomst voor de duur van zes maanden gesloten met ingangsdatum 1 augustus 2018;
4. Je hebt jouw arbeidsovereenkomst op 5 september jl. per e-mail per direct opgezegd, die opzegging hebben we jou op 6 september jl. schriftelijk (en op 7 september jl. per mail) bevestigd. Dit naar jouw zeggen vanwege het afronden met jouw voormalige werkgever [Bedrijf A] ;
5. Op 5 september jl. heb je een tweede mail gestuurd waarin je aangaf dat je ‘onder de radar’ nog wat werkzaamheden wilde verrichten en dat we maar moesten communiceren dat je geveld was door bronchitis en dat we je op 1 oktober jl. terug zouden zien. Ik heb je er op gewezen dat het niet de bedoeling was om nog door te werken nu de arbeidsovereenkomst beëindigd was;
4.De verzoeken aan de kantonrechter en de beoordeling daarvan
5.De beoordeling in hoger beroep
contracthad opgesteld voor 40 uur per week, maar dat dit niet betekent dat er tussen partijen ook een arbeids
overeenkomstwas, want zowel hij als [bedrijf B] beoogden slechts een (onbetaalde) stage.